woensdag 18 juli 2012

Vijf dingen om te doen voordat...

Een paar dagen geleden stond in de NRC een artikel over wat kinderen echt zouden moeten doen voordat ze twaalf worden. Twaalf is echt een overgangsleeftijd waarin je nog net gewoon kind kunt zijn. De schrijver van het artikel vroeg de mening van verschillende schrijvers en andere bekende nederlanders, en deed vervolgens een oproep aan de lezers om ook een lijst te maken van vijf dingen die een kind echt moet doen voor z'n twaalfde.
Na het stukje, dat ik in de vroege ochtend lees in bed, doezel ik een beetje weg en ga terug naar mijn kindertijd. Een van de dingen die het eerst in mij opkomt is: dammen bouwen. Op een mooie zomerdag, eindeloos bezig zijn om de koers van een stroompje te manipuleren. De beste plek om dammen te bouwen zijn beekjes die zo ondiep zijn dat je ook echt resultaat ziet. Enkeldiep als beginner, of misschien tot halverwege je kuiten of knieën als je er een echt project van maakt met al je vrienden van de camping.
Als je dan toevallig in een bosrijke omgeving bent, is het zelf maken van een katapult of pijl en boog ook een absolute aanrader. Vooral als je daarna ook echt iets kan raken met je creatie, al is het maar omdat je er hard je zusje mee kan slaan. Mijn broer en ik konden ons eindeloos vermaken op de achterbank van de auto met elk een simpele tak en een zakmes. Het is wellicht aan te raden om een mes met een blokkering aan te schaffen om dichtklappen te voorkomen, en te checken of je kinderen op goede voet staan met elkaar.
Als je kinderen niet vertrouwt met messen en andere wapens, of als je liever lekker normaal aan het strand in Nederland blijft, biedt de zee ook veel mogelijkheden tot (leed)vermaak. Bij oostenwind is het water vaak warm en redelijk zwembaar, maar zijn er wel vaak kwallen aan de kust. Voor een volwassene zijn kwallen misschien niet een trekpleister, maar voor een kind is dat anders. De pret die een kind heeft door het graven van een kuil in het zand, om hem vol te storten met dooie, onsmakelijke, maar ook onschadelijke kwallen, is onbetaalbaar. Als de kuil vol is, giet je er simpel nog een laag zand overheen en wacht je tot er iemand instapt. Gegarrandeerd succes.
Het is niet te voorkomen dat het ook slecht weer is in nederland en dat je kind niet naar buiten kan. Dan kan een kind altijd nog een parallel universum verzinnen, waarbij hij het hele huis tot zijn eigen wereld omtovert. Beddengoed kan in een fantasieland zeer goed dienst doen als tent of vlot. Je kan hutten bouwen van boeken, je kan met een stevig dienblad van de trap af glijden, of met een matras als die trap breed genoeg is.
Of, je gaat gewoon op zomerkamp. Op kamp gaan, een plek waar je dammen kan bouwen, nuttige handvaardigheden leert, kattekwaad uit kan halen, en je fantasie los kunt laten en je ook nog eens vrienden voor het leven maakt.

vrijdag 6 juli 2012

Boekenzolder

Van alles in Leiden wat de mogelijkheid heeft om uit een sprookje te komen is de boekenzolder toch wel het meest geweldige initiatief. Niet persé omdat het een mooie zolder is, maar omdat ik alle plekken die veel boeken beheren al snel sprookjesachtig vind, en het idee achter de boekenzolder al helemaal geweldig vind.
Een aantal blogs geleden schreef ik al over het geweldige filmpje van 'the Fantastic Flying Books of mr Morris Lessmore'. Dit verhaaltje gaat over mr. Morris Lessmore, die na hevige tegenslag, door middel van lezen weer kleur in zijn leven brengt. Het verhaal brengt ook de boodschap dat om boeken levend te houden, ze ook gelezen moeten worden.
De boekenzolder doet precies dit. Het geeft de mogelijkheid aan mensen vanuit alle achtergronden, om boeken te lezen en mee te nemen. En, als je uitgelezen bent, kan je het boek terugbrengen, of doorgeven aan iemand die dat boek ook zou moeten lezen.
Het fijne van dit principe is dat iedereen toegang heeft tot boeken, zelfs mensen die eigenlijk geen toegang hebben tot Nederland. Daarnaast zijn er een heleboel boeken van mezelf die ik koester, maar een groot aantal heb ik naar de boekenzolder gebracht. Ook het boek dat ik nu lees: 'Long walk to Freedom' van Nelson Mandela, gaat weer terug als ik hem uitheb, want dat boek zouden meer mensen eens moeten lezen.

De boekenzolder is open op dinsdagavond 7 tot 9, donderdag van 1 tot 5 en vrijdag van 11 tot 1. En te bekijken op boekenzolderleiden.nl.

maandag 2 juli 2012

Straight outta Bergen

Heb je wel eens dat je op een plek komt die je denkt te kennen als je broekzak, en dat er dan, als je er weer een keer komt, de situatie helemaal veranderd lijkt te zijn?
Ik had dat vroeger altijd als ik thuis kwam van vakantie. Als ik dan, moe van urenlang in de auto zitten, thuis kwam en na het begroeten van de hond naar mijn kamer ging, dacht ik altijd dat ik een beetje gek geworden was. Mijn kamer was dan super netjes, terwijl ik hem misschien niet zo heel netjes had achtergelaten en er stond altijd iets anders. Mijn knuffels zaten in een andere volgorde op de bank. De radio stond in de vensterbank in plaats van op mijn bureau. Soms lagen er paarse sokken in mijn klerenkast, terwijl ik juist alleen maar roze en blauwe sokken had. Het grote mysterie van mijn uit zichzelf veranderende slaapkamer loste zich pas op toen ik een paar jaar ouder was. Ik besefde toen pas dat de mensen die op ons huis pasten, terwijl wij in het buitenland waren, hun kleinkinderen op bezoek hadden gehad en dat mijn speelgoed ook voor hen heel erg leuk geweest moet zijn.

Nu ik al tien jaar niet meer thuis woon, verbaas ik me eigenlijk niet meer over het veranderde interieur. Tot vandaag.
In mijn kamer ligt een pet. Ik kijk er naar met lichte verbazing en verwondering. Ik heb voor het eerst sinds mijn kindertijd een beetje het gevoel dat er iets niet helemaal klopt in mijn bovenkamer en dat komt door die pet. Ik kamer verbaas me niet over dát er een pet in mijn kamer ligt, maar meer wát voor pet mij vanaf mijn bureau aanstaart. Het is een pet van Ruthless Records Merchandize. Een pet van de NWA. En dáár verbaas ik me over.

De eigenaar van deze pet moet een fan zijn geweest, want het is echt een heel mooi exemplaar. Maar, in de ruimte in mijn hoofd is de mogelijkheid dat mijn ouders mensen kennen die bekend zijn met de NWA bijzonder klein. In deze wijk doen we Ice Cubes bij de cognac, en er wonen misschien wel veel dokters, maar weinig Dre's. In het dorp waar mijn ouders wonen, zijn überhaupt niet zoveel NWA, en het aantal WAWA (White Ass With Attitude) is ook niet zo erg groot.

Hoe komt die pet dan in mijn kamer? Wie ken ik die een grote fan is van aggressieve hiphop? Ik zet de pet op. Hij staat me best goed, maar het voelt ook een beetje raar, als of ik het type meisje zou kunnen zijn die plots in zo'n video sta te dansen. Ik vraag aan mijn ma of ze weet van wie hij is, en als ze zegt geen idee te hebben, besluit ik hem maar tijdelijk te houden. Misschien moet ik ook maar wat attitude kweken.
Ik besluit dat ik hem maar zal dragen zoals Nina Gordon. Gangster rap, maar dan iets liever...