donderdag 18 december 2014

Inburgeringscursus 1

Wat is er gebeurd?
Waar ben ik beland?
Waar is de nooduitgang?

Het is een doordeweekse avond en ik sta ontredderd in de supermarkt. De houding die door mijn gezichtsspieren wordt aangenomen moet er wanhopig uitzien, want de andere mensen kijken me een beetje meewarig aan en schuifelen snel naar een ander gangpad.
Voor mijn voeten ligt een kleine jongen, op zijn rug, met een grote zak 'Patatje Joppie'-chips in zijn vuistjes. Zijn hoofd is rood aangelopen, en de explosie aan geluid dringt nu pas tot mijn oren door.
'Iihihiik wil chiihiihiipss!! Ik wiiihil naar pápá!!!! ', gilt het vanaf de tegels. Aan het eind van de gang staat een ander miniatuur te stampvoeten en roept dat ik stom ben.

Dit is er gebeurd.

Het is ongeveer een half jaar geleden dat ik, niet in de meest briljante periode van mijn leven, de liefste man ooit vond. Iemand die sindsdien met mij huilt, en met mij lacht, en met wie ik ongegeneerd hard van het leven geniet. Iemand waar ik me echt best wel oud mee zie worden. Iemand die naast mij, ook nog drie echte kinderen heeft.
Om de drie wat beter te leren kennen, leek het me handig om langzaam te integreren in het gezinsleven. Van school ophalen, duizend wassen draaien -echt, het is of die koters non stop door de modder rollen-, en met de twee oudsten boodschappen doen.
Natuurlijk wist ik dat kinderen een effect kunnen hebben op je leven, maar ik heb nooit een andere rol gehad dan een van een toffe tante die af en toe op komt passen en van wie kinderen laat op mogen blijven en computerspelletjes mogen spelen en wél snoep mogen eten. Nú besef ik me maar al te goed dat laat opblijven ten koste gaat van het humeur de volgende ochtend, computerspelletjes maar al te snel eindigen in een debâcle waarbij controllers door de lucht vliegen en moet ik nog beginnen over de ellende die suiker heet?

Hier ben ik beland.

Ik ben, vind ik zelf, geen ontzettende 'nee'-zegger, maar als ik dan nee zeg, kan ik uit principe geen ja meer zeggen. Hoe harder je dan om ja schreeuwt, hoe neeër het wordt.
En nu sta ik in het gangpad van de chips. Ik houd niet van Patatje Joppie, en nou doen die kinderen net alsof ik hun moeder ben. En dat ben ik niet. Ik sta gewoon toevallig met twee kinderen die niet van mij zijn in de supermarkt, die staan te schreeuwen om hun papa. En ik probeer mijn geduld te bewaren en de gedachte te bedwingen:

Waar is de nooduitgang?

zaterdag 1 november 2014

Geland

Eindelijk.
Mijn computer is aan. Ik kan weer normaal zitten. En bovenal, mijn hoofd doet weer een beetje mee. Na vier weken heb ik weer genoeg energie om een update te geven. En nu heb ik toch moeite om er een beetje een samenhangend verhaal van te maken.
Laat ik beginnen met het belangrijkste; de operatie is succesvol geweest. De hoeveelheid slijm in mijn buikholte viel mee, en op mijn eierstokken na was er niets aangetast en de chemotherapie in mijn buik schijnt goed werk te hebben gedaan. Ik werd wakker zonder stoma, wat me niet onaangenaam verraste, en hoewel ik erg moe was, viel het me mee hoe slecht ik me voelde.
Ja, natuurlijk heeft zo'n operatie z'n tegens. Het kotsen was bijvoorbeeld maar matig, hoewel ik al snel zou meemaken dat de hoeveelheid die ik regurgiteerde alleszins meeviel ten opzichte van andere patiënten op mijn afdeling, die het af en toe deden lijken op wat er doorgaans gebeurt na een gemiddeld schuurfeest.
Ook alle slangen die m'n lijf in en uitgingen waren ronduit onprettig. Gelukkig werd ik om de zoveel dagen van een slang ontdaan. Ik was voornamelijk blij om de slang die mijn voeding de eerste drie dagen verzorgde te lozen. Ik had erg veel geluk dat de sondevoeding niet door mijn keel ging, maar direct in mijn darmen werd geïnjecteerd, maar desondanks gaf het geheel een nogal smerige nasmaak.
Die slangen zijn vooral ook onhandig. Met een katheter en drie drains in je buik is je bewegingsvrijheid, voor zover die door de operatie zelf niet al verkloot was, ronduit kut. Opstaan uit bed was in het begin echt iets waar ik over na moest denken. Het 'met je verkeerde been uit bed stappen' was nu letterlijk toe te passen. Om het maar niet te hebben over de liters vocht die ik meesleurde. Natuurlijk werd ik van de medicatie kneitermelig, waardoor ik dagenlang de wereldhit 'Ik wil ook zo'n drain met van die zakken aan de zijkant' in mijn hoofd had.
Over medicatie gesproken. De meest wonderlijke ervaring had ik op een avond dat ik niet kon slapen en van de verpleegster een 'inslaapmiddel' kreeg. Het was het soort van inslaapmiddel wat waarschijnlijk ook bij het Amsterdam Dance Event werd verstrekt, want als het iets niet deed, was het mij doen inslapen. Totaal los van de aardkloot doen raken, daar leek het meer op. Ik lag dan wel in een ziekenhuis, maar alles werd plotseling paars, ik heb eekhoorns zien raven en hoewel ik elke zoveel minuten door schorpioenen werd geprikt, leken het me toch best leuke huisdieren. O ja, en alles was uiteindelijk te linken aan George Clooney. De verpleegster en ik waren het er om 5 uur 's nachts over eens dat ik die pil maar niet nog eens zou moeten proberen, maar als je toch met drugs experimenteert, waar beter dan in een uitzonderlijk goed ziekenhuis?
Want dat moet gezegd worden. Het Antoni van Leeuwenhoek is, als je de kanker niet meeneemt in het verhaal, best een fijne plek. Het benadert zelfs bijna een vakantiepark, compleet met activiteiten begeleiding, bibliotheek, en een restaurant dat behoorlijk veel keus heeft. En dan heb ik het nog niet eens over de helden van de verpleging. Het respect dat ik heb voor deze beroepsgroep is enorm, maar vooral in een ziekenhuis waar de zonnige kant niet bepaald vanzelfsprekend is, is de bijdrage van de verpleging van onschatbare waarde. Het maakt het extra vreemd om aan bij het naar huis gaan te zeggen: Hopelijk tot nooit meer.

En nu ben ik thuis. Nou ja, ik bedoel bij mijn ouders thuis. Ik kan weer redelijk normaal lopen. De 20 centimeter aan ritssluiting die over mijn torso loopt is bijna dicht. Ik heb nu pas het gevoel dat ik weer een beetje beter ben.
Eindelijk.

vrijdag 3 oktober 2014

Bijna tijd.

Het is niet helemaal stil in mijn kamer. Het tikken van mijn vingers op het toetsenbord wordt ritmisch bijgestaan door de secondewijzer van de klok.
Tik tak..
Het is vrijdagmiddag en zaterdagochtend lijkt zowel enorm ver weg, maar voelt toch bijna tastbaar.
De afgelopen dagen ben ik veel aan het nadenken over hoe ik het beste met de situatie om kan gaan.
Ik schok vorige week heel erg dat de operatie zo snel kwam. Het voelde alsof er een trein aan emotie op me afdonderde en me zou raken zoals in Anna Karenina (2012) (ja, de film. Het boek is ongetwijfeld beter, maar ik ben de laatste tijd niet meer van de lange adem qua lezen). Ik was lichtelijk in paniek. 
Maar al snel voelde het alsof ik, net als Ulysses in die andere geweldige film, O Brother, Where Art Thou? (2000),  geketend en al in die rijdende trein moest proberen te komen.
Je schrikt van het geweld dat op je afkomt, en dan zet je alles op alles om toch maar met die wind mee te waaien. Uiteindelijk hoef je dan slechts te vertrouwen op de goede golfstroom, zoals Thor Heyerdahl in Kon Tiki (2012), de avonturier die op een balsahouten vlot over de Pacific naar Polynesië voer.

Dokter Vic kwam net langs. Morgen om 8:00, als het gros van Leiden lallend naar huis gaat na een machtig mooi 3 oktoberfeest, begint hij met zijn team aan een operatie van acht uur.
Hij vroeg of ik nog vragen had, maar ik kon niets anders verzinnen dan of hij wat foto's wilde maken van het geheel en of hij van muziek hield, wat hij beide beaamde. Om sfeer te proeven van de OK kunt u morgen dus luisteren naar dit jazzy muziekstation.

Ik wilde iedereen vragen om morgen positiviteit naar me te sturen. Misschien door aan me te denken, of een kaarsje te branden, maar nog fijner zou ik het vinden als je de naam van een nummer of een leuke film in het commentaar zet waarvan je denkt dat ik beter word.
Wat ik denk dat iets meer ritme nodig heb dan alleen het tikken van de klok.

woensdag 24 september 2014

I can't move

De hele zomer had ik dingen om naar uit te kijken. Sinds de tweede punctie, waarbij drie embryo's gelukt zijn, heb ik een heerlijke vakantie achter de rug, is mijn broertje getrouwd met zijn Bientje, heb ik gefeest, gehockeyd, gedanst, gezongen, gelachen, geleefd.
En nu heb ik een operatie datum. 4 oktober. Brody zei gisteren aan de telefoon: de struisvogel wordt hard uit de grond gerukt.
En met een opkomende operatie die op je afstormt, reageer ik als een hert die op een snelweg recht in de koplampen van de aankomende auto kijkt. Ik blokkeer volledig.

Afgelopen maandag had ik een screeningsdag in het ziekenhuis. Ik leek me goed te redden. Goed luisteren, vragen stellen. Maar na zeven uur met dertien verschillende mensen praten voelde ik me alleen maar leeg en ongelukkig. Met elke mogelijkheid op complicaties denk je toch na over hoe dat je leven beïnvloed. Zal een tekort aan hormonen mijn karakter beïnvloeden? Ik ben al ooit depressief geweest, wat als dat terugkomt? Wat als ik nou nooit meer zin heb in seks? Hoe ga ik hockeyen in het geval dat ik een stoma krijg? Ben ik oppervlakkig als ik twijfel dat mijn "quality of life" ooit gaat verbeteren met zo'n ding?

Ik merk dat ik op 'uit' sta. Na het ziekenhuis word ik op het station gedropt, en ik zombie naar het perron. Er rijden geen treinen door een lijnbreuk en alles dat beweegt, doet het onopgemerkt.
Ik sta.

I can't move.




dinsdag 29 juli 2014

Punctie (2)

Het goede nieuws. De punctie is volbracht. De immense pijn die ik de eerste keer had bleef gelukkig achterwege en afgezien van de stress die ik alsnog had verliep het allemaal iets soepeler. De extra pijnstillers die ik die ochtend nam bleken goed te werken.

Minder nieuws. Vooral in vergelijking met de vorige 'oogst' heb ik maar matig geproduceerd. Ik durf nog niet echt te zeggen hoeveel. Ik wil eerst afwachten tot het bericht hoeveel er in de vriezer belanden.

Dank iedereen voor alle lieve berichten!

Romance

Misschien een half uur na mijn post over mijn aankomende punctie kreeg ik een berichtje van eerder genoemde romance:



Ik steiger een beetje. Is de term romance niet goed? Is die status te min? Het is in ieder geval beter dan:
je scharrel;
je neukertje;
Of de vangst van de dag;

Dat is dan allemaal nog veel vrijblijvender.

Je kan ook kiezen voor:
je verkering, maar dan denk ik aan middelbare scholen of aan hockeytournooien, waarvan de ongeschreven regel geldt dat ze tongend wordt ingeleid in het fietsenhok;
je vriend, maar dat kan terminologisch eigenlijk iedereen zijn en is evengoed erg gendertypisch;
je partner... jeugh.. Ik zie unisex regenpakken en broodjes pindakaas voor de lunch. Of iemand die je louter meeneemt naar een borrel om desperaat te laten zien dat ze echt wel een sexleven hebben.

Dan heb je ook nog de categorie 'Nou Lopen We Een Beetje Op De Zaken Vooruit' met:
de liefde van je leven;
de parel in je oester;
de vader van je kinderen;

Dat zijn allemaal gedachten die je best wel mag hebben, maar beter niet te veel kan delen. Vooral als je elkaar op de kop af twee maanden kent. Leuk hoor, maar als je elkaars wederzijdse ouders en andere familieleden alleen van de verhalen kent, komen dat soort termen eerder psychopatisch dan liefhebbend over.

Het nichtje van mijn aanstaande schoonzuster herintroduceerde bij mij de term romance en die bleef eigenlijk meteen hangen. Het klinkt liefdevol en impliceert dat er meer speelt dan sex, meer dan vriendschap, meer dan gewoon gezellig. Niet geheel onvrijblijvend, maar we hebben het over twee maanden speelplezier.. En ik heb die mojito's nog niet gezien...



maandag 28 juli 2014

Punctie

Ik heb er niet zo veel zin in.
Morgen, op het heerlijk vroege tijdstip van 08:15 onderga ik mijn tweede punctie. Dan heb ik naast de 19 eitjes die ik twee maanden geleden al heb geproduceerd, ook nog een x-aantal embryo's in de vriezer liggen.

Ik heb er nogal gemengde gevoelens over. Over de punctie dus. Dat ik ooit wel kinderen wil en dat ik sowieso de meest briljante moeder ga worden, daar was ik al een poosje over uit. Maar die punctie zelf, daar ben ik minder enthousiast over. Hoewel ik erg uitkijk naar het moment dat die eitjes er morgen uitgehaald gaan worden, ben ik ook erg gespannen.

Als ik terug denk aan de punctie van anderhalve maand geleden, kan ik me alleen nog brute pijn herinneren. Een pijn waarvan je misselijk wordt en bang bent om de verpleegster compleet onder te kotsen. Ik was vooral verbaasd over mezelf. Ik dacht altijd dat ik best een beetje tegen pijn kon als hockeykeeper. Als je bedenkt dat ik op mijn telefoon een collectie foto's heb van de vele blauwe plekken die ooit een doelpunt voorkomen hebben, soms zelfs door de bepakking heen, dan zou je kunnen zeggen dat ik soms een beetje masochistisch ben.
En toch ervoer ik die punctie als een marteling. De verpleging wist het ook niet helemaal meer, want iemand met zoveel pijn hadden ze ook niet zo erg meegemaakt. Meteen na deze onderneming was ik er van overtuigd dat ik geen punctie meer wilde. Dat ik het nu toch doe is omdat ik vind dat pijn geen reden mag zijn om het niet te doen. Kinderen krijgen schijnt ook geen picknick te zijn, en dat weerhoudt mensen er ook niet van.

De afgelopen weken ben ik dus naast het prikken van hormonen bezig met ontspanningstherapie. Dat klinkt heel suf, en dat is het ook, maar het helpt wel iets. Mede dankzij EMDR therapie kan ik redelijk afstand nemen van het gevoel dat ik toen had. Bovendien krijg ik morgen naast de gebruikelijke pijnstilling een rits kalmeringsmiddelen.

Het fijne is dat als ik me enigszins heb hersteld na deze marteling, ik na weken alcoholische onthouding, me te goed kan doen aan de door mijn romance aan mij beloofde mojito's, en ik me eindelijk ook weer eens aan dat hockeyspelletje kan wijden. Na mijn vakantie.
Daar heb ik dan wel weer zin in.

vrijdag 25 juli 2014

Luchtbel/ Bubble

 (English below)

Zo voelt dat dus.

Hopeloos.
Ik wil de televisie eigenlijk niet meer aanzetten, ik wil niet meer op Facebook kijken, of twitter. Ik krijg een beetje genoeg van de media. Al dat verdriet. En al de discussies er omheen.
Ik voelde mij altijd bevoorrecht om als kind mee te gaan met CISV. Een organisatie die tot doel heeft kinderen van verschillende culturen bijeen te brengen, waarna die kinderen later als volwassenen beseffen dat alle mensen het zelfde zijn. Het is een beetje naief, maar wel een heel mooi beeld.

Als ik nu het nieuws lees denk ik aan de vrienden die ik gemaakt heb.
Vrienden in Oekraine, wiens ouders alle hoop op vrede opgegeven hebben.
Vrienden in Georgië, die zich verscheurd voelen door corruptie en de wurggreep die de Russen economisch gezien op hen hebben

Vrienden in Rusland, wie stilletjes kritiek hebben op hun eigen regering, maar ook niet zien hoe zij de situatie kunnen verbeteren.
Vrienden in Jordanië,en Libanon, die de verschrikkingen van hun buren gadeslaan en wanhopen van het geweld dat er tegen Palestijnse burgers gepleegd wordt.
Vrienden in Israel, die zich bedreigd voelen door een groep die hun land niet erkend en vinden dat ze zich moeten kunnen verdedigen.
En dan zijn er overal vrienden die een kant kiezen:
Zoals de Italiaan die vindt dat CISV een laf zootje voor rijkeluiskinderen is door géén statement te maken over de annihilatie van Palestijnen tijdens de jaarvergadering.
Zoals de Spaanse die haar Israelische vriendin erop wijst dat elke politicus predikt voor eigen parochie, waarna zij het verwijt krijgt hoog en droog in Madrid te zitten.
De Australiër die zijn sympathie laat blijken voor Israel door de vlag op zijn profiel te zetten, en ik er met mijn grote bek iets van moet zeggen, omdat ik ook maar een volger ben van de media.
Of de Nederlander die vindt dat we tot actie moeten overgaan en Rusland meer onder druk moeten zetten.
Maar er zijn trouwens ook nog vrienden die geen kant kiezen. Hen wordt desinterresse verweten.

Toen ik begin twintig was, nam de vader van mijn toenmalige vriendje ons mee naar het Palais des Nations in Génève. Ik stond daar, toen nog op de plek van Kofi Annan en ik keek die zaal in en ik droomde ervan ooit daar te betogen dat elk conflict in principe geweldloos opgelost zou kunnen worden. De Verenigde Naties was een magische plek waar ik deel van wilde uitmaken.
Natuurlijk was dat voor dat ik me verdiepte in de genocide in Rwanda, waarin VN soldaten niet mochten schieten, terwijl er in New York wekenlang werd gediscussieerd over de betekenis van de zin:  'acts of genocide may have occured'.
Dit was ook voordat ik nadacht over de rol van de VN in Srebrenica waarin de Dutchbatters toestonden dat een dorp werd uitgemoord.

Volgende maand word ik tweeendertig. Het is twintig jaar nadat ik voor het eerst met CISV op kamp ging en ik me vanaf dat moment een 'global citizen' voelde en er heilig van overtuigd was dat mijn generatie van intelligentia tot een vreedzame oplossing zou komen.

Ik wil de televisie niet meer aanzetten. Niet meer op Facebook kijken of op Twitter. Ik zie mijn mede-CISVers bekvechten en verlies hoop.

Het voelt alsof Doris Twitchell Allen heeft gefaald.





So, this is how it feels.

Hopeless.
I don't really want to turn on the telly anymore. I lost interest in Facebook or Twitter. I just about had enough of the media. All the sorrow and the impending discussions drive me hopeless.
I always felt privileged as a child to be able to be a delegate in several CISV programmes. CISV International is a global organization dedicated to educating and inspiring for peace through building inter-cultural friendship so that these children will grow up as adults that acknowledge and overcome their differences. It might sound naive, but I truely believe this could be.

Lately I've been watching the news though, and I think of the friends I made:
Friends in Ukraine, whose parents have lost all hope on peaceful solutions for Eastern Ukraine.
Friends in Georgia, that feel torn apart by corrupt politicians and the economic influence of Russia.
Friends in Russia, that do acknowledge things are not perfect, but think they are too small to make a difference.
Friends in Jordan and Lebanon, that see the atrocities committed to the people of Palestine and despair the outcome of actions that seem genocidal.
Friends in Israel, who feel threatened by a group of people that doesn't want to acknowledge their land and find they have to defend themselves.
And I have many friends who pick sides:
Like my Italian brother who finds CISV International has become a social travel agency for the rich dominant class, because they won't make a statement about the Palestinian annihilation during their annual meeting
Or my Spanish friend that states that Jewish politicians in the USA are preaching for the choir on CNN, where her Israeli friend comments that she knows nothing of Israel.
The Australian that shows his sympathy with the Israeli people by putting its flag on his profile pic, and me scrutinizing him for doing so, while we are both influenced by different media.
Or the Dutchman that finds we should increase pressure on Russia and try and find other energy resources.
Ofcourse there are many more friends, that don't pick sides, and they are picked on for standing by.

When I was in my early twenties, the father of my boyfriend at the time took us to his office at the Palais des Nations in Geneva. I remember standing in the great hall, on the spot where Kofi Annan held so many speeches and I was convinced that I would once stand there as a politician, convincing all that every conflict could be, and should be, solved without any use of violence. The United Nations was a magical institute that I really wanted to be a part of.
Ofcourse this was before I studied the genocide in Rwanda, where UN soldiers were not allowed to shoot, while politicians in New York kept on discussing the semantics of the frase: 'acts of genocide may have occured', for weeks.
It was also before I acquired knowledge about the Dutchbat UN soldiers in Srebrenica that stood by as an entire town was massacred.

Next month I will turn thirtytwo. I has been twenty years since I first participated in a CISV programme and came back as a 'global citizen'. I then firmly believed that my generation of intelligentsia would be able to find a peaceful solution.


And now, I don't want to turn on the telly anymore, nor check Facebook or Twitter. I see my fellow CISV friends bitching at each other and I lose hope.

I feel like Doris Twitchell Allen might have failed.

maandag 21 juli 2014

Vasthouden

Het lukte even niet, echt leuke dingen bedenken. Het is niet dat ik niets meemaak, maar er zit de afgelopen tijd alleen maar stront in mijn hoofd. Allerlei verliefdigheden en mierzoete gedichten die ik echt nooit op enige blog zou zetten omdat ik mezelf dan uberhaupt nooit meer serieus kan nemen.
Bah. Ik ben juist zo goed in het beschrijven van de humor in ellende. Maar als je niet stilstaat bij je ellende en alleen maar als een lammetje lief zit te blaten, dan komt er niets uit. Ja, er komt wel iets uit. Bêêêhhh.
Ik kan al die superzoetigheden niet aan. Ooit walgde ik van die stelletjes die elkaars hand vasthouden in de trein, of kussen in de bus. Mensen die eeuwig aan elkaar vastgeplakt lijken. Ik noemde ze altijd 'Velcro couples' ofwel klittenband.
Onlangs werd ik er door mijn beste vriendinnetje I. op gewezen dat ik zelf in slechts enkele weken van een taai wijf met droge humor een weeig poppetje ben geworden.
Ik word aggressief van mezelf en wil ergens tegen aan schoppen. Ik bén weeig, en ik kan er heel weinig aan doen.
Verhalen gedijen nu eenmaal beter met ellende...

En nu ís er ellende. Toen ik een paar maanden geleden van de operatietafel kwam werd ik wakker met de verdwijning van een vliegtuig dat intussen nog steeds niet gevonden is. En nu word ik van mijn roze wolk afgetrokken door de ramp van een volgende. Een paar maanden geleden had ik de hoop dat de vermissing van MH370 een complot zou zijn, en hoop geeft een goede aanzet tot grappen. Met het verlies van MH17 zijn er geen grappen te maken. Alleen de crue opmerking dat het nu echt zuigt om aandelen Malaysia Airlines te hebben, want die vallen bijna net zo snel als de 17.

Als ik de kranten er op na lees, mag ik geloven dat iedereen wel iemand kende op de vlucht. Dat de passagiers een afspiegeling waren van de Nederlandse maatschappij; hoog en laag opgeleid, oud en jong, blank en niet blank.
Ik kende niemand echt. Het feit dat ik een persoon die verongelukt is wel eens heb gezien, doet mij iemand niet kennen. Maar dat zijn foto, en met hem vele andere foto's van mensen die ik nooit eerder heb gezien, rond geslingerd wordt op Facebook, maakt dat het lijkt of ik hen ken. Alsof al mijn vrienden iemand lijken te kennen. Ik besef dat we de slachtoffers niet perse kennen, maar vooral herkennen in ons zelf.
We herkennen ons in de wereldverbeteraar, de avonturier, de student, de bloemist en de huisvrouw. We herkennen ons in de arbeider die snakte naar vakantie, de vader die dacht naar huis te gaan, de supporter die dacht zijn team aan te moedigen.
We herkennen hoe het is om blinde pech te hebben (of juist geluk; er zijn een aantal die de vlucht gemist hebben). We herkennen de angst om iemand die je lief hebt kwijt te raken. En dat het best menselijk is om verdriet te voelen.

Ik ben wat betreft publiek vertoon van affectie de laatste tijd dus wat milder. Het kussen in bussen mag van mij nog steeds bestraft worden met een bak ijswater, maar wat vaker iemands hand vastpakken, gewoon omdat het kan en de ander daar misschien ook behoefte aan heeft; wellicht wordt de wereld daar wel beter door.






En als je vrienden met een muzikaal pareltje doorkomen, mag dat wat mij betreft ook best gedeeld. Thanks Tinus :)

dinsdag 8 juli 2014

Kikker

Ik zag vandaag een kikker.
Ten minste, wanneer is een kikker nog een kikker?
Hoewel hij nog wel herkenbaar was als een kikker, was hij plat.
Overreden door een fiets, en ik dacht: wat jammer dat het een platte kikker is en geen platte pad.
Poëtisch gezien dan.

De fiets die hem overreden had, had zijn darmen door zijn bek naar buiten geperst. Dat klinkt best een beetje vies. Als de kikker iets anders zou zijn, iets groters, een hond of een kat, dan zou het ook echt heel erg vies en heel naar zijn. Maar het is maar een kleine kikker, die niet zichtbaar is als je er niet toevallig naar kijkt.

Op zijn darmen zit een vlieg, triomfantelijk in de zon. 

zaterdag 28 juni 2014

Rommelzolder

Voor J.

Ineens gevonden:
twee spiegels, tegenover elkaar.
Één leek er gebarsten,
maar 't bleek slechts de reflectie
van de ander.

vrijdag 27 juni 2014

Bankzitten

Ik kan best stilzitten.
Als ik een boek lees, vergeet ik de wereld om me heen. Dan word ik waarschijnlijk na een paar uur afgeleid door een prikkeling van een slapend lichaamsdeel, wat ik dan even wakker schud, en als de ergste pijn geweken is, exact in de zelfde houding wordt teruggeschoven.
Als ik een film of een spannende serie kijk, ga ik op stand-by. 'TV aan, Marie uit' grap ik wel eens, maar dat kan je vrij letterlijk nemen. Zo had mijn broer zich onlangs uitgesloofd om een heerlijke maaltijd te maken en stelde hij voor, tegen beter weten in, om voor de pit te eten. Toen hij na een kwartier doorhad dat ik al die tijd alleen maar naar een bankrovende Jason Statham zat te staren, besloot hij de film op pauze te zetten, zodat ik in ieder geval mijn vlees kon snijden en een paar happen kon nemen.

Genant wordt het als er sport op tv is. Dan kan ik namelijk juist helemaal niet stilzitten. Ik beweeg van links naar rechts als de schaatsploeg weer een medaille pakt, maar beweeg ook als een kunstschaatser afzet om een drievoudige Axl uit te voeren, of als een basketballer een mooie actie maakt. Toen ik twee weken geleden bij de halve finale van de mannen bij het WK hockey was, werd mijn tekortkoming nog eens benadrukt. Hoewel Youp van 't Hek amusant beschreef in een van zijn columns hoe het er tijdens die hockeywedstrijden aan toegaat, werkt het bij mij toch anders. Waar andere mensen vriendelijk zijn en blijven rustig zitten op hun stoeltje tijdens de wedstrijd, kan ik met geen mogelijkheid stilzitten. Nee, ik vind de scheidsrechter geen homo, en het team waar ze tegen spelen hebben geen prostituerende moeders, maar ik me wel heel erg ergeren aan de amateuristische praat van de mensen die achter me zitten en duidelijk niet zo veel verstand hebben van hockey als ik. Ik denk aan het afgelopen hockeyseizoen, waarin ik door mijn tumor de hele tweede helft naast het veld heb gestaan. Heb gestaan ja, want zitten in de dug-out is tijdens een wedstrijd onmogelijk. Ik beweeg mee, ik coach totaal overbodig, ik schreeuw de bal bijna het andere doel in. Als ik er eens goed over nadenk, zit er slechts een dunne lijn tussen mijn gedrag en die van een hooligan, met het enige verschil dat ik wel de tegenpartij en de bushokjes op weg naar huis heel houd.
U kunt begrijpen dat met het kijken van al die wedstrijden van hockey, en nu het voetbal, ik af entoe een beetje gek word van mijn eigen neurotisch gedrag.
Het zou misschien beter zijn als we er komende zondag gewoon uitliggen, dan kan ik misschien weer even stilzitten.

woensdag 18 juni 2014

Update/ Op date


Voor wie dacht dat ik na al die injecties van de aardbodem was verdwenen, u zat er niet helemaal naast. Ik was er nog wel, maar ik zat duidelijk met mijn hoofd ergens anders.

Ik had me voorheen nooit zo beseft wat hormonen doen met een mens. Die injecties waren vrij vervelend, maar de gevolgen waren al helemaal niet te overzien. Een paar voorbeelden.
Ik heb mijn appartement van boven naar beneden schoongemaakt. Dat is voor mij een nieuwe ervaring, want chaotischer dan ik vind je zelden elders. Nieuwe meubels, want interieur is saai. Die gordijnen kunnen echt niet meer. De kakofonie aan kleuren in mijn servieskast heeft plaatsgemaakt voor stilistisch wit. Het is de schuld van de hormonen. Heel vermoeiend.
En dan de emoties. Toegegeven, ik ben sowieso al best snel geraakt door mensen en gebeurtenissen, maar de afgelopen weken waren emotioneel gezien een wervelstorm. Om alles moet ik huilen en schaterlachen, heel  vermoeiend. Huwelijk bijwonen? Huilen. Stromende regen? Schaterlachen. Mooi uitzicht? Huilen. Ontroerende reclames op tv? Huilen. Eerste keer zwemmen in de buitenlucht? Schaterlachen. Ook het weerzien met goede vrienden in een ouderwetse pub op een brakke zondagochtend brengt heel veel geluk en heel veel verdriet met zich mee. De emotie zit tussen troostende nostalgie en prangende onzekerheid. Het is de schuld van de hormonen. Heel vermoeiend.
Het voelt alsof er een tijdsportaal is geopend van mijn puberteit naar het heden. In Retro vertel ik over de wondere wereld van Tinder. Iemand had wellicht toen al moeten zeggen: ‘Maar Marie, daten als je niet zo stabiel bent is misschien wat onhandig’. Hoewel, er is een dikke kans dat ik me als een echte tiener zou gedragen en wijze raad hoe in de wind zou slaan. Dus, in het kader van het genieten eet ik ijsjes met een verhaal, bel ik uren, pratend over niets en alles, zoen ik op de kade, dans ik door de hal.

En ik blijf het me zelf wijsmaken. Het is de schuld van de hormonen. Heel vermoeiend.

maandag 19 mei 2014

Prikken

Het is half negen 's avonds. De hitte van een heerlijke dag trekt een beetje weg door de ramen.  Buiten wordt volop gebarbecued, gelachen, genoten. En binnen?
Ik zit, bijna huilend, op mijn woonkamervloer met een injectiespuit in mijn handen.
De afgelopen week is toch echt de knoop doorgehakt om te beginnen met het invriezen van eieren en mag ik de komende dagen hormonen injecteren om de boel op gang te brengen.
Alleen, ik ben echt als de dood voor naalden.
Daarom zit ik op de vloer. Ik ben ooit na bloedonderzoek flauwgevallen en hoewel ik rationeel echt wel weet dat ik van zo'n prik niet doodga, ziet mijn lichaam dat anders. Mijn benen zijn slap en werken niet mee. Mijn hand zweeft, met injectiepen, boven de plek waar ik zou moeten kunnen prikken, maar hoewel ik af en toe een steekbeweging lijk te maken komt de naald niet dichterbij dan twee centimer van mijn huid. Het zweet gutst over mijn hele lichaam en ik vervloek en bespot mezelf dat ik die hele eierprocedure aan me voorbij had laten gaan als ik wist dat ik hier zo zou zitten op mijn woonkamervloer.
Het is vijf voor negen 's avonds. Ik ben in al die tijd nog niets opgeschoten. Ik heb de plek op mijn huid nog maar eens ontsmet. Elke verpleegster had al twintig andere mensen geinjecteerd in de tussentijd.
Misschien moet ik mijn ogen dicht doen. Nee, straks prik ik mis. Misschien moet ik een andere plek pakken, want in mijn buik prikken is ook weer zo wat.
Intussen bedenk ik me dat ik al een poosje het stuk huid vastheb waarin ik wilde prikken. Zo lang dat het een beetje pijn doet. Pijn heb ik dan toch al.
Het lukt. Na een half uur staren naar die rotnaald zit hij in m'n buik. Niet dat ik er iets van voel. Ik voel zelfs helemaal niets. Ik kijk met ongeloof naar mijn buik waar die naald nog inzit. En ook als ik hem er uit haal voel ik niets. En ik schaam me dat ik me ruim een half uur heb druk gemaakt.
Om niets.

maandag 12 mei 2014

Nacht

De nacht brengt zwart
en regen samen
mijn reflectie
in de ramen.
op straat
een eenling slentert traag
door het gisteren 
van vandaag.
even leek of ik in hem herkende
misschien een flintertje ellende
mijn reflectie regent zacht
al het zwarte uit de nacht

vrijdag 2 mei 2014

Volkert

Toen ik vanmorgen, veel te vroeg, wakker werd en me als in mijn gebruikelijke zombiemodus door mijn ochtendrituelen vocht, klonk tussen het meezingen in de douche en het klaarmaken voor de nieuwe dag de stem van de nieuwslezer die het journaal van zeven uur besprak. Nieuws dat je langer bezig kan houden dan alleen een brakke ochtend.
Het nieuwtje ging natuurlijk over de vrijlating van ons' Volkert, de man die twaalf jaar geleden het leven van 'ons' Pim' op een vrij abrupte manier beëindigde. Dat was natuurlijk niet zo chic.

Maar dat het niet chic is, vind ik niet het moeilijkst om te bevatten. Ik vind het moeilijker om in te denken wat Volkert met dat briljante plan gedacht had. Dat het na Pim allemaal beter zou worden? Ik vrees dat als Volkert had geweten dat er na Pim iemand als Geert op zou staan, hij zelf ook wel bedacht zou hebben dat die kale de moeite niet waard was geweest. En dan ga je de bak in voor een moord op een vent die tenminste nog stijl had. Ik denk dat Volkert daar best wel de balen van heeft.

En dan is er ook nog het hypocriete Nederlandse klootjesvolk. Ik vind het bizar om te bedenken dat Holleeder, de knuffelcrimineel die negen jaar vast zat voor afpersing en verantwoordelijk was voor ongeveer 25 liquidaties, na zijn vrijlating een baantje kreeg aangeboden bij de Nieuwe Revu. Iedereen wilde hem hebben voor een interview omdat het zo interessant was dat hij mensen afperste en liet vermoorden voor het geld. Zelfs Holleeder zelf snapt niet dat hij zo populair is.

En nu komt er een man vrij die dacht dat hij Nederland een dienst bewees. Hij deed het, in tegenstelling tot 'de Neus' niet voor het persoonlijk gewin, niet uit machtswellust, niet voor het geld. Deze man dacht gewoon dat Pim het land met zijn relatieve intolerantie naar de tandjes hielp. Dom, natuurlijk. Want Pim was slechts de uiting van de intolerantie van de domme massa die op hem stemde. En die massa is, as we speak, een klopjacht aan het organiseren op de man die dacht dat hij de moord pleegde als vorm van utilisme. Zoals het in mijn hoofd zich afspeelt zie ik de komende dagen een Telegraaflezende menigte met fakkels en hooivorken paraderen door plaatsen waar de man zich op kan houden. Wachtend om hem á la de gebroeders de Witt te lynchen en ondersteboven op te hangen.

Het is eigenlijk raar dat de mensen die zulke bedreigingen uiten en liever een oog-om-oog-systeem willen.
Je weet wel, zo'n rechtssysteem zoals de Sharia.
Ik betwijfel of  'ons Pim' het zo gewild zou hebben...

zondag 27 april 2014

Ironie

Een beetje ironisch.
Het enige woord
dat rijmt op tumor,
is humor.
Dan lijken kanker
en janker
toch meer op elkaar.

vrijdag 25 april 2014

Onweer

Eigenlijk moet ik nu in een tent liggen.
Ok, dat is niet helemaal waar. Hoewel de littekens van de operatie enigszins geheeld zijn, kan ik nog steeds niet helemaal zonder pijn in m'n eigen bed liggen en op dit moment lijkt me een inflatable verre van optimaal. Maar voor de sfeer zou ik in een tent moeten liggen.

De regen die op het zeil tikt, het onweer dat losbarst. De angst die ik heb voor het geweld uit de lucht contrasteert zo lekker tegen de knusheid van een tent. De warmte van een slaapzak.

Ik zou nu in een tent moeten liggen met iemand die ik liefheb. Het leven in een kleine bubbel terwijl de tijd en de rest van de wereld aan ons voorbij glijdt. Misschien praten we over niets, misschien verzinnen we gedichten of zingen we tweestemmig (ik vals, dat valt te garanderen).
Alleen al om deze gedachten houd ik van onweer.
Ik zit aan tafel en kijk naar buiten, terwijl de regen tegen de ruiten striemt. De lucht maakt een geweldige achtergrond voor mijn gedagdroom, waarin zoveel meer mogelijk is dan de grijsheid doet vermoeden. Ik denk terug aan de laatste keer dat ik met iemand in een tent lag met onweer...
Toen regende het eigenlijk wel hard. En we hadden ruzie omdat we op elkaars lip zaten. En, nu ik er over nadenk, hadden de naden van mijn tent het na 15 jaar trouwe dienst begeven en was die dus lek als een mandje...

Ik houd van onweer,
maar eigenlijk moet ik een nieuwe tent kopen.

donderdag 10 april 2014

Back to business

Nu duidelijk geworden is dat ik in oktober weer word geopereerd, moet ik toch ergens iets verzinnen om de periode ertussen vol te lullen.
Nu kan ik me sowieso verheugen op mijn cursus 'fictie schrijven' die morgen begint. Ik ben erg benieuwd hoe ik het eraf ga brengen, vooral omdat mijn aandachtspanne voor het schrijven van stukken niet heel hoog is.
Ik kan me de komende maand ook nog bezighouden met de 'embryo-kwestie'. Na gisterochtend een fertiliteitsarts gesproken te hebben komt die procedure ineens in een stroomversnelling, met vanochtend een eerste inquisitie over de existentiële vragen over embryo's waar je bijvoorbeeld niet over nadenkt als je toevallig na een hele dronken avond ineens de twee streepjes aantikt van je zwangeschapstest.
Dan is er nog altijd de voorbereiding van het huwelijk van twee van mijn favoriete mensen. Hoewel ze mijn verzoek op de aanwezigheid van taart tijdens de plechtigheid niet hebben gehonoreerd,

Om te zorgen dat ik me toch niet verveel had ik ook bedacht om nog een maandje vrijwilligers werk in Afrika te doen. Dan kan ik namelijk ook meteen levenslijst #12 afturfen. Omdat ik geen idee had hoe ik dat zo even uit de losse pols ging organiseren, schreef ik me maar in bij een informatie bijeenkomst afgelopen zaterdag van Projects Abroad, een gedegen organisatie die vrijwilligerswerk op maat produceert.
Hoe goed zij ook in de organisatie zitten, ik ben beduidend minder gestructureerd. Nadat ik vrijdag natuurlijk veel te lang bij vrienden was blijven hangen, had ik enorme moeite om:
  • op te staan.
  • kleren uit te kiezen die bij het weerbeeld pasten.
  • mijn fietssleutel te vinden
  • te bedenken wat ik ook al weer ging doen in Utrecht
  • mijn portemonee niet te vergeten
  • de krant even als prioriteit twee te zien en
  • me naar het station te haasten
En toen zat ik uiteindelijk in de trein, trots op het feit dat ik daar in een stuk gekomen was. Omdat het me handig leek om de snelste route te vinden, toetste ik het adres in op 9292ov, dan zou ik niet te veel na hoeven te denken als ik in Utrecht was en dan zou ik maar anderhalf uur te laat zijn. Niet heel handig, maar dan zou ik in ieder geval de laatste presentatie nog meepakken. Dat de bus de stad was uitgereden en op weg was naar een straat met de zelfde naam in Vianen, besefte ik net iets te laat.
Vianen is ongetwijfeld een prachtig dorp, maar die schoonheid werd enigszins vertroebeld door de frustratie over mijn eigen indolentie. Die donderwolk werd alleen nog maar groter toen ik drie kwartier later de juiste lokatie gevonden had en dat bleek dat ik op vijf minuten loopafstand van het huis van mijn broer verwijderd was, en daarmee ook op acceptabele afstand van het station.
Die informatiedag zelf was overigens uiteindelijk erg nuttig. Al was het alleen maar om te beseffen dat je op andere manieren het zelfde doel kon bereiken, al zijn niet al die manieren even snel. En dat je naast het raadplegen van allerlei instanties ook kritisch na moet gaan of je plan ook goedkoper en/of beter kan.

Maar nu duidelijk is dat ik deze zomer weer vrijwilligerwerk ga doen en dit keer niet CISV gerelateerd is, ben ik ineens weer back in business.

Retro


Terwijl ik me afgelopen week niet helemaal senang voelde, en de concentratie miste om een gestructureerd verhaal online te krijgen, besef ik toch dat bepaalde verhalen de moeite te veel waard zijn om niet op te schrijven.
Drie weken geleden lag ik stoned en gekatheterd in het ziekenhuis. Televisie kijken was te intensief voor mij. Ik ben normaal al niet echt goed met bewegende beelden, en als je moe en gedrogeerd bent is dat Netflix abonnement al helemaal te veel moeite. Tja, wat doe je dan?
Dan speel je met je telefoon. Achteraf gezien schaam ik me er een beetje voor dat van alle foto's die er van mij gemaakt zijn in het ziekenhuis, ik op minstens drie kwart van de geschoten plaatjes zo'n uitstelgedrag bevorderend toestel in mijn klauwen heb. Meestal ben ik loze teksten aan het uiten op de Whatsapp of op Facebook, maar ik ben ook een van die mensen die fan is van Tinder. Dat is een applicatie die mensen in een straal van eigen inzet zoekt en waarop je heel oppervlakkig en puur op uiterlijk je oordeel velt. Bij wederzijdse acceptatie van elkaars hoofd, kom je met elkaar in contact, waarna je ofwel de liefde van je leven gevonden blijkt te hebben, of iets wat uiteindelijk uitloopt op een totaal fiasco, al dan niet met huilende aanbidders op de stoep.
Ondanks mijn goede voornemen om mijn volgende conversaties met iets minder enthousiasme aan te vangen, kon ik een kreet van verbazing niet onderdrukken toen er ineens een bekende tussen al die mannen verscheen. 
Bekende is misschien niet echt het goede woord. Het woord 'bekende' impliceert dat je iemand kent zoals hij nu is. Maar na zeventien jaar kan je beter spreken van een hérkende, want in de foto's van de volwassen man was alleen nog de bijdehande blik van de brugklasser te herkennen. Na de wederzijdse acceptatie begon een ware trip langs memory lane.
Maar waar begin je met zeventien jaar bijkletsen? Altijd met het bespreken van klasgenoten. Wie je nog spreekt, wie er getrouwd is en weet je die en die docenten nog? En wat herinner je nog van mij?
Pannenkoeken, was een van de dingen die A. noemde.
Ik vergeet het soms van mezelf, maar blijkbaar is het terugkerend thema in mijn leven pannenkoeken. Ik ben echt gek op pannenkoeken en blijkbaar smeer ik ze iedereen aan die ook maar enigszins in mijn buurt komt. De conclusie was dus ook dat als ik uit het ziekenhuis kwam, we vooral een pannenkoek moesten eten.
En zo geschiedde het dat ik slechts twee dagen na mijn vrijlating, bij wijze van eerste uitje, als een oud omaatje het pannenkoekenhuis binnenstrompelde.
Kinderlijk ontschuldig, aan de arm van een goede jeugdherinnering.

donderdag 3 april 2014

Vervelen

Kunt u het zich nog herinneren? Die eindeloze vakanties tijdens de middelbare school? Van die vakanties waarbij je eerst een paar weken op kamp ging, en dan als nog een hele tijd bij je ouders zat.
Dat ik nu wéér bij mijn ouders zit is heel fijn, omdat ik in verband met de ravioli niet mag tillen. Het nadeel is dat ik geen tiener meer ben en me echt stierlijk verveel.
Nu is er werkelijk helemaal niets aan te merken op het weer hier in Bergen. Het is een poos geleden dat ik in maart al op mijn blote voeten door de tuin liep. Ik had me absoluut slechter gevoeld als ik hier in de regen had zitten typen, Maar er mist toch iets.
Ik heb normaal niet zo veel nodig om van een nietsigheid een verhaal te maken. Maar ondanks dat er hele lieve en gezellige mensen langskomen, ik geweldige kaarten krijg en ik in de uitjes die ik wel heb verrassende ontdekkingen doe, het leuk maken van mijn ervaringen lukt deze week even niet.

Maak ik me zorgen? Is dat het? Ja, dat is het... Grijsheid inhibiteert mijn kleurrijkheid. Ik had gehoopt nog even vijf jaar te wachten op de HIPEC stoofschotel, en dan is het nieuws dat ik vanaf oktober als 'hetje' door het leven ga, best een domper.

Vandaar even geen mooie verhalen en theorieën deze afgelopen week. Ik ben snel weer terug, met ongekende kracht!

maandag 24 maart 2014

MH 370

Een paar dingen...

Malaysia Airlines Boeing 777

  1. Als je buik er uitziet als een grote ravioli - of raviolo, mij bekruipt ergens het gevoel dat ravioli bedoeld is voor meervoud-, dan is pijnstilling vrij onontbeerlijk...
  2. Als een vliegtuig plotseling van de aardbodem verdwijnt, is dat best indrukwekkend.
  3. Als Nederland de eer heeft een nucleaire top te houden waarbij 53 wereldleiders aanwezig zijn,  is dat best indrukwekkend.

Als je bovenstaande dingen combineert, krijg je een Sherlockiaans mysterie waar ik helemaal enthousiast van word.

Sinds mijn vlucht naar Calais ben ik uiteraard ineens expert op het gebied van vliegen, en hoewel er op het net ruimschoots gespeculeerd wordt dat dat vliegtuig ineens in Den Haag gaat verschijnen, heb ik géén theorieën gevonden over hóe die piloten dat dan gaan doen. Ik heb die theorie gisteren bij the Edge, de piloot van voorgaand avontuur, voorgelegd, en het blijkt, hoe onwaarschijnlijk ook, niet eens onmogelijk.

Als je de tijdlijn inspecteerd van het vliegtuig, blijkt dat de kist zes uur later nog gedetecteerd werd  nadat de Acar transmissie uitgezonden had moeten worden. In zes uur kan je best een deel van Azië bevliegen, buiten de radar om. In deze link wordt uitgelegd dat er bijvoorbeeld in Pakistan al meerdere landingsbanen zijn waar een Boeing 777 met enig ervaren piloot, zou kunnen landen.
Natuurlijk slurpt zo'n vliegtuig ontzettend veel brandstof. The Edge kon me vertellen dat er 170000 liter in zo'n vliegtuig gaat. Dat is ontzettend veel, maar als je bedenkt dat er bijvoorbeeld in Nigeria ongeveer 400.000 vaten olie per dag worden gestolen, is een tankje vol niet de uitdaging die het in eerste instantie lijkt.
Ok, zegt the Edge. Met een volle tank zou het Europa wel redden, maar niet als je buiten radargebied vliegt.
Maar, volgens mijn theorie vliegt het vliegtuig niet buiten radargebied. Radars zien namelijk een metalen geval in de lucht, maar als je heel dicht in formatie vliegt, kan de radar twee vliegtuigen als een geheel zien. Dan is het een kwestie van opstijgen en net 50 meter boven een vakantievlucht vliegen.
Het probleem dat je daarbij ervaart is het zelfde wat mij op weg naar Calais vijftien kleuren stront deed schijten. Turbulentie. De turbulentie als je achter een ander vliegtuig vliegt is gigantisch en om acht uur naar Nederland te vliegen in zulke heftige turbulentie is ontzettend vermoeiend.
Vermoeiend, dus. Maar niet onmogelijk.
Sterker nog, daar valt op te trainen.
En laat de piloot, Zaharie Ahmad Shah, 18.365 uur vliegervaring hebben. Dat is bijna negen jaar 40 uur in de week vliegen. Daarnaast was Zaharie de trotse eigenaar van een vluchtsimulator, waar hij ook vaak mee in de weer was. Helaas zijn van die machine alle vluchtsimulaties gewist.

Het feit dat mijn theorie best uitvoerbaar is, maakt dat ik stilletjes hoop dat het ook echt gebeurt. Lullig voor de top, onhandig voor Den Haag, maar er is niets zo geweldig als het bij het juiste eind hebben. En als Wilders collateral damage is, vind ik dat al de moeite waard.

Het zullen de pijnstillers wel zijn...

vrijdag 21 maart 2014

Kaartje

Over een open buik operatie kan ik vrij kort zijn. Dat is eigenlijk best kut. Ik lig nu al vier dagen in het ziekenhuis en hoewel het steeds beter gaat, is het geen kattenpis. 
Gelukkig heb ik met alle lieve bezoekers en kaartenstuurders genoeg om handen. Bedenk ook dat ik ongeveer de helft van de dag lig te slapen dus mijn schema lijkt daarbij aardig gevuld.
Nu het midden in de nacht is, en de accu van m'n morfinespuit bijna leeg is en het een oorverdovende piep geeft, biedt dat ook weer mogenlijkheden om het leven te overdenken. En nu ik hier zo lig, met twee infusen en een katheter in m'n lijf, kan ik me eigenlijk maar aan een ding storen: mijn buurman.
Nee, natuurlijk niet mijn buurman zelf, die is erg vriendelijk, maar wel zijn toestand. Hij is ongeveer even oud als ik, en hij komt uit Roemenië. Hij spreekt bijna geen Nederlands en het Roemeens van de artsen is ook al niet zo best.
Waar mijn artsen aan mij tot in den treure hebben uitgelegd wat er ongeveer ging gebeuren, komen ze bij deze jongeman niet verder dan snijden, tumor eruit, 6 dagen blijven.
En dan nog iets. Misschien ben ik door het vroege uur een beetje weeïg, maar stel je eens voor. Je komt naar een land om daar te werken. Dan wordt je daar gediagnosticeerd met kanker. Je wordt, helemaal alleen, opgenomen in een ziekenhuis op de dag dat een zekere blondharige Nederlandse politicus net zo goed had kunnen zeggen: 'krijgt lekker kanker in je eigen land', en wordt je neergepland in een kamertje dat je deelt met een of andere vrolijke doos die bezoek na bezoek en een muur vol kaartjes heeft. En voor jou is er niemand. Je vrienden zijn thuis, je familie is thuis. En je zit, alleen, te wachten op een operatie waarvan je alleen achteraf kan zeggen hoe kut t is.
Daar lig ik nou 's nachts wakker van. Ik zou mijn goede humeur echt niet kunnen behouden als ik niet zou weten dat er iemand in de buurt was om mijn hand af en toe vast te houden, om rare streken mee uit te halen of des noods iemand die een hele grove en ongepaste kankergrap maakt om de bittere smaak een beetje weg te lachen.
Daarom heb ik een vraag. Als je de komende dagen langskomt, zou je dan een kaartje mee willen nemen voor mijn buurman. Of als je een kaartje wilt sturen naar partycentrum (of kamer) 6C1 in het Anthoni van Leeuwenhoek (Plesmanlaan 121, 1066 CX Amsterdam) geadresseerd aan 'de buurman' zou ik dat heel tof vinden. 
Dan ga ik een poging doen om weer te slapen...



dinsdag 18 maart 2014

De dag

Over twee uurtjes gaat het dan gebeuren. Vorige week kreeg ik te horen dat vandaag de dag zou zijn, en sindsdien doet de tijd echt hele rare dingen. De tijd ging heel snel, tot afgelopen vrijdag, toen ik in eens bedacht dat ik me een beetje zorgen maakte. Of als het geen zorgen waren, het was zeker wel een bepaald onaangenaam gevoel.
Het gevoel is een beetje te vergelijken als je aan het keepen bent en je beseft dat de bal die op je afkomt, niet op je stick gaat komen. Als je dan ook bedenkt dat je eigenlijk niet helemaal lekker gepositioneerd staat, verandert je bewustzijn een beetje en gebeurt alles in slow-motion. De bal en vooral ook je eigen beweging vertragen. Die witte vlek komt op je af en graaft zich rustig maar beslist in je bovenbeen, natuurlijk precies naast je padding. Je kan er niets meer aan doen, behalve vloeken en hopen dat de blauwe plek een beetje meevalt.
En nu is het dus dé dinsdag. Ik neem over 2 minuten een pilletje, ter kalmering. Dan zal de tijd ook langzamer gaan, en vervolgens maar hopen dat het uiteindelijk allemaal een beetje meevalt.

dinsdag 11 maart 2014

Maybe...

Alsof het toeval ermee speelt.. Appendecale humor op The interwebs... 😄

maandag 10 maart 2014

Levenslijst #15

In mijn favoriete speech of all time wordt, naast ontzettend veel andere briljante adviezen voor het leven, gesteld: "do one thing everyday that scares you".

Ik kan geenszins stellen dat ik dat advies echt dagelijks aanneem, maar soms kan je ook iets ondernemen dat de dagen waarin niet zo veel gebeurt overtuigend compenseert.

Als je bijvoorbeeld een mooie dag uitzoekt om in een Robin DR40 naar Frankrijk te vliegen. The Edge, vriend en piloot, vroeg of ik een dagje meeging, terwijl hij zijn vlieguren maakte. The so called offer you can't refuse. Het doel was vliegen naar Calais, daar lunchen en dan rustig weer terug. Ik heb op zich geen vliegangst, maar economy class vliegen in een Boeing is toch wel net iets anders dan met de knieën opgevouwen zitten in een vliegende Fiat Panda. Vooral het bewegen in drie dimensies in plaats van twee is erg onwennig. En met onwennig bedoel ik misschien wel eng. En met eng bedoel ik misschien wel pure paniek.
Voor de Feyenoord fans :)
Het gebeurt wel eens dat, als ik in de zomer heel fanatiek bezig ben met keepen, het zweet in druppels van mijn handen gutst. Maar dan ben ik dus gekleed in isolerend schuim, in 25 graden, rond aan het rennen en duiken. Dat ik nu, in een comfortabele temperatuur van 16 graden, mijn eigen handen uit kon wringen illustreert wellicht iets van mijn spanning.
Maar angst of geen angst, ik kan meteen begrijpen waarom piloten willen vliegen. Het uitzicht is magisch. Ik ben geen ontzettende fan van de stad Rotterdam, maar als je de Kuip, de Kralingse plassen en de Erasmusbrug onder je ziet dan kan je niet anders dan laaiend enthousiast zijn.
En als de pure paniek gezakt is, maakt die plaats voor een gigantisch gevoel van vrijheid, als je vogels onder je ziet vliegen, terwijl je van boven wordt ingehaald door een intercontinentale vlucht. Het is letterlijk een compleet nieuwe dimensie van leven.
Van Rotterdam naar Goes, naar Gent, naar Calais. Het zonnetje deed ontzettend hard zijn best en na bijna twee uur vliegen kon de daling worden ingezet. The Edge is in al zijn doen en laten tamelijk rustig, en zette ook de kist het sinaasappelkistje zonder enige stress op de grond.


Nu kon ik mijzelf eindelijk een beetje nuttig maken, want waar de Nederlanders vallen over VVD's kansloze propaganda 'in Nederland spreken we Nederlands', heeft Frankrijk dat beleid nog iets versterkt. 'En France, on parle Francais. Et certainement pas d'Anglais!'.
Het restaurant was ondanks de taalbarrierre erg gastvrij en absoluut niet zuinig met de porties. Achteraf misschien niet zo handig, want als je net die nieuwe dimensie ontdekt hebt, kan je misschien ook bedenken dat je spijsvertering daar nog niet helemaal aan gewend is.
Dus, waar de pure angst van het eerste uur vergeten was, werd de stress nu iets meer aangewakkerd door het besef dat er geen plastic zakjes aan boord waren.
Kijken naar de horizon, en blijven ademen. En toen we weer boven Nederland vlogen, kon de paniek weer een rentree genieten, omdat the Edge vond dat ik ook maar moest vliegen. Vreemd genoeg en gelukkig vergat ik meteen dat ik misselijk was. Doodsangst wint het blijkbaar in de emotiehierarchie.
Weer boven Rotterdam vlogen we nog even over hockeyclub Victoria, en met een sierlijke bocht landden we uiteindelijk weer op Nederlandse bodem. Ik heb vervolgens een paar uurtjes in zombie modus mijn ervaring moeten verwerken, maar ik kwam uiteindelijk tot de conclusie:


Het vervelende van dingen doen die je altijd nog eens een keer had willen doen, is dat je ze altijd nog een keer wil doen.


donderdag 6 maart 2014

Eieren

BAM!
En toen was het in eens lente.
Lammetjes in de wei, krokussen langs de weg, mensen op het terras, zonlicht op je bol.
En met een dosis vrolijke muziek in mijn oren ben ik op weg naar de fertiliteitskliniek.
De afgelopen week is me duidelijk geworden dat ik eerst die tumor er maar eens uit laat halen, waarna ik als dat mogelijk is een vruchtbaarheidsbehandeling ga doen, en dan de liefkozend genoemde stoofschotel bewaar voor een later moment.
In de kliniek worden we als Team Bodhi (moeder, dr. Tinus en ik) vriendelijk ontvangen door twee Mina's die de ins en outs gaan uitleggen over hoe dat nou eigenlijk werkt in zo'n kippenhok. Omdat de slijmachtige substantie in mijn buik zit, is niet bekend of er eigenlijk wel eitjes geoogst kunnen worden, maar voor het verhaal nemen we dat maar aan.
Mijn vrije uitloop wordt na de operatie dus iets minder biologisch, en met de opbrengst zijn er weer twee keuzemogelijkheden. Eieren invriezen of er embryos van maken en dan invriezen, waarbij de tweede optie de meeste kans geeft op een mini-me's.

Ondertussen... Mini-me's? Weet je hoe bizar het is om ineens na te denken over mini-me's? En dat terwijl ik die de afgelopen 12 jaar juist angstvallig probeer te voorkomen. Begrijp me niet verkeerd, ik ben gek op kinderen. Een dag ongeveer.. Maar zelf kinderen hebben? Bespeur bij mij een licht begin van hyperventilatie.

Terug naar het dolle betoog van de dames. De kliniek waarvan wij het plezier hebben ze te mogen bezoeken heeft met de complete uitleg alleen nog een kleine tegenvaller. Aangezien ik liever niet al m'n eieren in één mandje stop, vraag ik om beide opties, maar dat blijkt onmogelijk. Daarnaast is het invriezen van embryos, en trouwens ook de in vitro van losse eicellen een het voorrecht voor paren in deze kliniek.
Oh ja.. tuurlijk.. Ik moet al nadenken over kinderen. En nu moet ik ook al beginnen over partners? Pff...
Volgepropt met informatie stappen we uiteindelijk weer terug in de lift. Nog meer stof om na te overpeinzen, maar eigenlijk is de eerste gedachte van ons alle drie: van die boer geen eieren.

Nu ben ik me dus aan het orienteren op andere klinieken. En verder maar weer genieten van de mooie dingen des lentes. De muziek in mijn oren, de zon op mijn bol, en zitten op het terras, zonder jas...

donderdag 20 februari 2014

Keuzes

Het is nu een paar dagen na het gesprek met dokter V. Misschien is het dan ook de moeite waard even te melden wat hij precies te vertellen had. Maar om een idee te krijgen van hoe dat ongeveer ging moet je je de goede setting voorstellen.
Het is een gezellige avond en je zit met vrienden in de kroeg en je bent van plan om heel erg dronken te worden. De gênante verhalen komen naar voren in het spel 'I've never...' waarbij je moet drinken als het voorgestelde wél ooit gebeurd is en je raakt echt starnakel. Bij dit drankspel ontdek je de totaal nieuwe en bizarre dimensies van je vrienden en als het niveau zo erg gedaald is en er minimaal één kompaan al op de bank in slaap is gevallen, start iemand onherroepelijk de koning van brakke spellen.
Hij vraagt: 'Wat zou je liever doen?'
Het doel van dit spel is om mensen het meest bizarre dilemma te geven dat je kunt bedenken, zoals: Wat zou je liever doen? De rest van je leven dezelfde kleren aanhouden of onafscheerbaar en doorgroeiend okselhaar hebben?
Wat zou je liever doen? Nooit meer kunnen lopen, of nooit meer euforisch kunnen zijn?
Wat zou je liever doen? Geert Wilders aan de macht helpen door op hem te stemmen, of met Geert Wilders zoenen?
Het is slechts bijzaak, maar deze vraag vond ik overigens ethisch gezien heel erg lastig. Beide keuzes lijken me even verschrikkelijk, maar uiteindelijk verloor het publiekelijk belang (de totale teloorgang van de Nederlandse samenleving) echt van persoonlijk belang en zou ik toch het eerste kiezen. De ethiek van het utilitarisme is hierbij absoluut niet aan mij besteed. "Liever een tumor dan ooit binnen een straal van 100 meter van die vent", zei ik toentertijd nog. Heb ik even geluk.
Oh, als er dan toch een tumorvraag in kan. Wat zou je liever doen? Je tumor er zonder chemo uithalen met een grote kans dat je binnen vijf jaar alsnog op de operatietafel ligt, of toch met chemo behandelen en waarschijnlijk in de overgang raken?

....buzzkill...

Die dokter is ongetwijfeld de beste in zijn vak, maar een uitnodiging voor mijn feestjes zit er dus de komende tijd niet in.

Dit dilemma gaat mij voorlopig even bezig houden. Ik dacht er eerst aan om een poll op te zetten, maar aangezien ik alle verschillende haken en ogen nog in overweging moet nemen en dan ook moet uitleggen, laat ik dat maar voor wat het is. Mocht je toch nog mooie 'Wat zou je liever doen'- vragen willen stellen, zijn er nog altijd de geweldig creatieve breinen van Dilemma op Dinsdag, die elke week een nieuw pareltje de wereld insturen.

woensdag 19 februari 2014

Wachten...

In de eerste aflevering van de briljante Britse serie Sherlock, zegt Watson, na het oplossen van een reeks seriemoorden: “Hihihi, stop it! You can’t giggle at a crime scene!” Zo beleef ik de wachttijd in eerste instantie ook een beetje. Tussen alle serieuze gezichten heb ik de grootste moeite mijn eigen in de plooi te houden.
Aangezien ik een uur ná de geplande aanvang van mijn afspraak nog steeds in de wachtkamer van het Antoni van Leeuwenhoek zit met mijn ouders en mijn maatje/comic relief, dokter Tinus, is de meligheid niet van de baan. Wat betreft ongepaste grappen is het onmogelijk om een arts, buiten zijn werktijd, te overtreffen. 
Als Tinus na twee uur wachten echter de hoop om bij 'het gesprek' te zijn opgeeft en naar zijn eigen ziekenhuis vertrekt om te werken, ben ik blij dat ik mijn laptop toch heb meegenomen. 's Ochtends twijfelde ik even of ik die mee moest nemen. Het is natuurlijk extra gewicht, en ik dacht dat ik na het gesprek toch weer terug zou gaan naar Bergen om me met een kop thee achter mn bureau te nestelen voor de update. Maar als na 2,5 uur wachten de mensen die een kwartier eerder een afspraak hadden worden omgeroepen, heb ik inmiddels mijn halve Spotify playlist geluisterd, twee films gedownload en een hoofdstuk gelezen van een van m'n ebooks. Gelukkig heeft het AVL gratis WiFi, en kan ik na al deze vormen van tijdverdrijf ook nog anderen lastig vallen over Whatsapp.

En dan juist als mijn naam na bijna drie uur wordt omgeroepen ben ik bijna vergroeid met mijn stoel, verdiept in het schrijven van een verscheidenheid aan zin en onzin.

Het gesprek met de arts duurt ongeveer twintig minuten. Het is een heftig gesprek over de mogelijkheden die ik heb, en de keuzes die ik moet maken. 'Maar," besluit de dokter zijn lange betoog: "misschien moet je ook nog even overleggen met een gyneacoloog. Ik probeer je wel ergens tussen te proppen. Als je even plaatsneemt in de wachtkamer, word je zo snel mogelijk geholpen."

En in mijn hoofd ben ik plots weer even terug bij die zelfde aflevering van Sherlock:
"I'll have the gun, please..."

zondag 16 februari 2014

Inspiratie

Even iets anders...
Vandaag was ik op de herdenkingsdienst van de vader van mijn goede vriendinnetje I. Als je van mij zou kunnen zeggen dat 2014 niet helemaal lekker begonnen is, dan valt dat in het niet bij de afgelopen slopende weken voor I. en haar familie. Dikke pech, dat was de oorzaak van een val tijdens zijn favoriete sport, waarbij haar vader zodanig landde dat een menswaardig leven uiteindelijk uitzichtloos werd. Vol moed en weloverwogen heeft hij besloten dat het niet meer ging.
Het bizarre van zo'n dienst is dat je iemand die je al kent, door alle verhalen die er verteld worden, nog beter leert kennen. En dat is nu juist zo jammer, want je mag iemand dan nog meer dan je al deed, maar je kan er dan niets meer mee doen.
Een aantal redenen dat ik I. zo graag als vriendin heb, is dat ze midden in het leven staat, razend enthousiast is, altijd voor een feestje in is en vooral heel veel lacht. Die eigenschappen heeft ze van haar vader. De bomvolle kerk bewees dat hij voor zo veel mensen belangrijk was. De talloze annekdotes beschreven zijn gevoel voor humor en zijn kameraadschap, maar ook zijn enthousiasme voor kleine dingen in het leven. En dan is er de muziek.
Als er iets is dat vandaag een diepe impact heeft gemaakt, is dat de muziek. Het prachtige zingen van I., de massale inzet van de spiritual 'Sweet chariot'. En bij die muziek hoorde ik de wijsheid voorlezen die I's geweldige vader voor iedereen achterliet. Een paar simpele woorden die bij mij insloegen als een bom, welke ik graag met jullie wil delen.


Luister naar de muziek in jezelf.


En als je de muziek nog moet vinden, dan zijn deze twee liedjes, welliswaar niet zo indrukwekkend als live vandaag, een goed begin...







woensdag 12 februari 2014

Forum

Ik heb er toch aan toegegeven. En ik heb er heel veel spijt van.
Ik dacht dat ik het wel aankon om een internetforum voor lotgenoten te bezoeken, maar helaas maak ik me nu toch continu zorgen. Vooral over de toekomst.
En dan specifiek over de toekomst van de Nederlandse taal...


Nee, over mijn eigen tumor zit ik nog steeds minder in dan over het bijzondere en ronduit onbegrijpelijke taalgebruik van mijn lotgenoten. Begrijp me niet verkeerd. Ik respecteer de gevoelens van de verschillende bezoekers. Iedereen gaat anders met de ziekte om en uitingen van woede, frustratie en verdriet zijn zeker op z'n plaats. Maar verbeterdrang is iets dat mij door mijn lieve ouders met de paplepel is ingegoten. Ik kan niet voorkomen dat ik op mijn handen moet zitten om maar niet te reageren.
Zoals bij:
" "gelukkig" zijn er hier ook lotgenoten waar je ook hun verhalen kunt lezen en delen.
dat steund toch wat."
of
 [...] ze word helaas niet meer genezen, zodat ik op internet gelezen heb over [...]

Ik weet het. Ik ben een rare snob.
Waar andere, oudere, eenzame mensen gewoon heel hun ei kwijt willen over iets wat niet te bevatten is, voel ik me nog steeds verbazingwekkend prima en struisvogelig.
Ik heb dus maar besloten om de verschillende fora als volgt te interpreteren: als de obsessieve verbeterdrang die ik voel bij het lezen van deze ontzettend zielige verhalen het ergste is wat ik ervaar op het moment, dan kan het in mijn optiek alleen maar meevallen met hoeveel ik me zorgen maak over mezelf...


zondag 9 februari 2014

Wakker

Als je wakker wordt na een operatie zijn er een paar dingen die meteen opvallen.
Het plafond is overal in het gebouw het zelfde.
Je weet niet precies meer waar je bent en wat je er ook al weer kwam doen.
Als je even knippert met je ogen ben je al weer een kwartier verder in de tijd.

Toen ik vorige week vrijdag wakker werd, was ik in goede doen. Ik zou vanaf nu appendixloos door het leven gaan en dat ik stijf stond van de pijnstillers had ik toen ook nog niet door. Als een kind van deze tijd zette ik snel en schaamteloos 'Alive en kicking' op Facebook. Dat 'kicking' was lichtelijk overdreven, want ik had nog niet echt een poging ondernomen om iemand of iets te schoppen en ik kwam er vrij snel achter dat schoppen, of elke andere willekeurige beweging, toch best lastig is met narcose in je lijf.

En dan bedenk je je iets. Dat gevoel dat je moet plassen. Van het katheter dat ik had, vroeg ik toen ik wakker werd direct of die eruit mocht, omdat dat slangetje vooral voelde als een blaasontsteking. Maar zo'n slangetje heeft dus wel nut. Aan de andere kant, was het meteen een uitdaging om een poging te doen uit m'n bed te komen.
Ik vroeg aan de verpleegster of ze kon vertellen waar de wc was.
"Wacht maar even," zei ze en ze liep weg.
"Eh, ja hallo! Maar ik moet plassen!" riep ik nog.
En binnen een minuut is ze terug met een rolpo, of een rolstoel met een pan er in. En dan frons je en denk je: ja dag! Dat gaan we niet doen!
Ik probeer op te staan. En dan zijn er een paar dingen die meteen opvallen:
De horizon gaat alle kanten op.
Je weet niet meer waarom je ook alweer ging staan en waarom alles pijn doet.
Tot slot dank je de hemel dat de zuster die rolpot heel snel onder je billen schuift.

donderdag 6 februari 2014

Ziek

Ik probeer mijn teksten altijd een beetje op te leuken. Het mooie en het speciale in kleine dingen te zien. Een simpele beschrijving van de feiten is nuttig, maar half de pret niet.
Een simpele beschrijving van een feit: ik heb kanker.
Die drie woorden klinken zo ontzettend veel heftiger dan dat het voelt. Het voelt namelijk eerlijk gezegd helemaal niet zo heftig. Misschien, dat heb ik wel vaker, ben ik nu gewoon een beetje aan het struisvogelen. Ik negeer de negativiteit. 
Dat gezegd hebbend, de afgelopen dagen waren eigenlijk erg gezellig. Het leek af en toe wel een beetje alsof ik jarig was. Telefoontjes, berichtjes, en veel mensen op bezoek. Ik besef me wel dat ik het in de toekomst misschien moeilijk krijg, vooral als ik onderworpen word aan deze op een soort stoofschotel gelijkende operatie, maar ik voelde me de afgelopen dagen echt een ontzettend feestvarken. Ik merk wel dat niet iedereen het even makkelijk vind, of dat mensen ervan schrikken. Dat vind ik raar. Ik voel me dan haast schuldig dat ik ze vertel hoe het zit en dat het waarschijnlijk allemaal wel mee valt. Alsof ik mensen iets ergs vertel, maar dat de ernst een beetje een dooie mus is, of een springlevende.
Humor is in elk geval het beste medicijn. Zo kon ik zaterdag nog niet lekker lopen, maar heb ik wel met m'n zusje een rolstoelrally door het Diaconessenhuis kunnen houden. En dat ging ongeveer zo:




Niet super nuttig, noch een feit, maar wel dubbel de pret.