Ik kan best stilzitten.
Als ik een boek lees, vergeet ik de
wereld om me heen. Dan word ik waarschijnlijk na een paar uur afgeleid
door een prikkeling van een slapend lichaamsdeel, wat ik dan even wakker
schud, en als de ergste pijn geweken is, exact in de zelfde houding
wordt teruggeschoven.
Als ik een film of een spannende serie kijk,
ga ik op stand-by. 'TV aan, Marie uit' grap ik wel eens, maar dat kan
je vrij letterlijk nemen. Zo had mijn broer zich onlangs uitgesloofd om
een heerlijke maaltijd te maken en stelde hij voor, tegen beter weten
in, om voor de pit te eten. Toen hij na een kwartier doorhad dat ik al
die tijd alleen maar naar een bankrovende Jason Statham zat te staren,
besloot hij de film op pauze te zetten, zodat ik in ieder geval mijn
vlees kon snijden en een paar happen kon nemen.
Genant
wordt het als er sport op tv is. Dan kan ik namelijk juist helemaal niet
stilzitten. Ik beweeg van links naar rechts als de schaatsploeg weer
een medaille pakt, maar beweeg ook als een kunstschaatser afzet om een
drievoudige Axl uit te voeren, of als een basketballer een mooie actie
maakt. Toen ik twee weken geleden bij de halve finale van de mannen bij
het WK hockey was, werd mijn tekortkoming nog eens benadrukt. Hoewel
Youp van 't Hek amusant beschreef in een van zijn columns
hoe het er tijdens die hockeywedstrijden aan toegaat, werkt het bij mij
toch anders. Waar andere mensen vriendelijk zijn en blijven rustig
zitten op hun stoeltje tijdens de wedstrijd, kan ik met geen
mogelijkheid stilzitten. Nee, ik vind de scheidsrechter geen homo, en
het team waar ze tegen spelen hebben geen prostituerende moeders, maar
ik me wel heel erg ergeren aan de amateuristische praat van de mensen
die achter me zitten en duidelijk niet zo veel verstand hebben van
hockey als ik. Ik denk aan het afgelopen hockeyseizoen, waarin ik door
mijn tumor de hele tweede helft naast het veld heb gestaan. Heb gestaan
ja, want zitten in de dug-out is tijdens een wedstrijd onmogelijk. Ik
beweeg mee, ik coach totaal overbodig, ik schreeuw de bal bijna het
andere doel in. Als ik er eens goed over nadenk, zit er slechts een
dunne lijn tussen mijn gedrag en die van een hooligan, met het enige
verschil dat ik wel de tegenpartij en de bushokjes op weg naar huis heel
houd.
U kunt begrijpen dat met het kijken van al die wedstrijden
van hockey, en nu het voetbal, ik af entoe een beetje gek word van mijn
eigen neurotisch gedrag.
Het zou misschien beter zijn als we er komende zondag gewoon uitliggen, dan kan ik misschien weer even stilzitten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten