maandag 18 juni 2012

Oerol (2)

Hoewel slapen in de natuur goed is voor je nachtrust, is slapen zonder kussen minder comfortabel. Ik word om 7 uur wakker, maar aangezien ik niet het idee heb dat ik nog zo'n indrukwekkende dag overleef op zo weinig slaap, draai ik me nog maar een keer om. De regen die over het tentzeil neergutst is ook geen motivator om op te staan, en binnen een mum van tijd is het ineens bijna tien uur.
We zijn duidelijk beter voorbereid op het wakker worden dan een aantal buren.
De tent van buurman E. is zelfs de nacht niet goed doorgekomen. Het koepeltje ziet er uit als een grote slaapzak, en als de heren naar buiten komen blijkt alles zeiknat te zijn. Onder ons motto: alles is te fiksen met WD40 en ducttape, zetten we binnen een mum van tijd het tentje weer overeind, om daarna te beginnen aan ons heerlijk ontbijt met suikerbrood en vers fruit.
Het thema van Oerol, de wind voert het woord, blijkt perfent uitgekozen. I. en ik fietsen samen met goede vriend A. naar het groene strand, om te genieten van de elementen en van A.'s capriolen met zijn kiteboard.
Eb is een geweldig fenomeen om boten eens goed van de onderkant te bekijken en om krabbetjes te zien rondkrabben. De wind neemt ons mee naar een podium waar een voorstelling spectaculair had kunnen zijn, maar door de zandstralen wordt afgelast. In west, het dorp aan de haven ontdekten we een kroegje waar de kroegbaas nog zelf op zijn accordeon speelde en oude volksliederen zong.
Op de straten gebeurde zoveel aan straattoneel. Zangers, dichters, schrijvers, en andere fantasten. Bij de westerkerk speelde de 'Marble heart club'. I. had al een tentje ontdekt waar je goedkoop lekkere gekoelde wijn kon krijgen en zo landden wij, met een sauvignon in de zon, toegezongen door een hele club.
Ter voorbereiding van het avondeten kochten we een gegrild kippetje die zo lekker rook, dat de helft al als voorgerecht soldaat gemaakt werd.
De wind blies ons aan het eind van de middag weer terug naar de camping, waar we op een verlaten terrein de rest van het avond eten nuttigden.
Daar kwam de realisatie dat, hoewel we best veel gedaan hadden, het sowieso zou voelen alsof we van alles zouden missen, dus dat je je maar beter kan verheugen op wat je wel meepakt. Zorgeloosheid blijkt de grootste kunst.

Geen opmerkingen: