maandag 18 juni 2012

Oerol (3)

Toen ik een paar weken geleden besloot om naar Oerol te gaan, bedacht ik me voor het eerst dat een gedicht voordragen wel een goede stap uit mijn comfort zone zou kunnen zijn. Ik wil namelijk altijd heel graag weten wat mensen van mijn verhalen en gedichten vinden en of het mensen raakt, maar het zomaar voorlezen van een gedicht op een feestje of partijtje vind ik een beetje gek. Heel vaak hoor ik van mensen: “Ja, leuk hoor, maar ik snap eigenlijk nooit zoveel van gedichten”. En dat begrijp ik ook wel. Ik begrijp bijvoorbeeld ook niets van algebra of economische systemen, en als ik iemand daar een heel enthousiast verhaal over hoor uiteenzetten, knik ik ook maar een beetje met de verteller mee.
Maar dan Oerol. Als er daar iemand is die me kan vertellen of wat ik produceer goed is of bagger, dan ben ik al een heel stuk verder.
De grote uitdaging is hoe je mensen bereikt. Het liefst lift ik een beetje mee op het succes van anderen, zodat ik niet de hele menigte zelf bij elkaar moet sprokkelen. Het is een geweldig geluk als ik erachter kom dat toevallig 'the poetry circle' uit Amsterdam gedichten voordraagt bij de boomhutten van boomhuttenfest.com. Als ik het bos inloop waar de vele geweldige boomhutten staan, hangen en ronddraaien, zakt de moed me weer in de schoenen. Bij een van mijn favoriete hutten staan een donkere jongen die met zoveel passie de meest geweldige poezie voordraagt en verhalen vertelt, kijk ik naar mn eigen kladje. Met open mond staar ik naar deze jongen, die bijna zingt, zijn verhaal als een gospel de wereld inslingert. En ik. Ik heb één gedicht op papier. En nog een in m'n telefoon. En een warboel in mijn hoofd.
Omdat ik het een aantal mensen beloofd heb om het gewoon te proberen, sluip ik langs de jongen om in een accordeon-achtige hut te klimmen. Ik staar nog steeds naar de dichter, die zijn laatste woorden spreekt, en dan naar de mensen die voor hem klappen.

En dan. Uit het niets draag ik mijn gedicht voor. Uiteraard het gedicht 'Boomhut', omdat dat de meest toepasselijke is. Mensen luisteren, en er komen er zelfs een aantal mijn kant op. Als ik klaar ben wordt er tot mijn grote verbazing geklapt. De donkere jongen vraagt of ik nog meer heb en stamelend, bijna stotterend lees ik 'Dichter' voor. Het gedicht wordt even enthousiast ontvangen en als ik op dat moment uit die boomhut zou vallen zou ik als een veertje naar beneden dwarrelen.
Een jongen, die ik herken als performer van het straattoneel wat ik eerder heb zien optreden, vraagt of ik vaker heb voorgedragen.

De rest van mijn dag is geweldig. Ik vlieg met de vleugels die ik net gevonden heb. De zon schijnt op haar best en vanaf het duin aan het groene strand kijk ik naar het optreden van Spinvis. Het leven kan volgens mij bijna niet meer beter dan dit. De zon boven me, Spinvis onder me, de zee voor me en mijn vrienden achter me. En een persoonlijke overwinning in mijn hoofd.

Geen opmerkingen: