Ik heb m'n haar vorige week afgeknipt.
Het duurde even, maar eindelijk is er dan 30 centimer van mijn haar af, en zie ik er niet meer uit als een hippie, maar als een normaal iemand.
In januari had ik besloten mijn haar te doneren, zodat er een pruik van gemaakt kon worden. Ik weet eigenlijk niet zo goed waarom. Misschien omdat ik sowieso te laks was om maandelijks naar de kapper te gaan, en misschien omdat het voordeliger uitkwam dan een donatie aan de kankerstichting.
Het idee bleef een beetje sluimeren en mijn haar werd langer en langer en ik vond het eigenlijk ook steeds moeilijker om bij de kapper langs te gaan. Vriendin I. vond dat het echt tijd werd om de schaar er in te zetten, maar ik durfde niet meer. I. zei dat ik me aanstelde; het is ten slotte maar haar. Maar het is moeilijk uit te leggen aan iemand die haar hele leven een korte coupe heeft gehad, hoe je aan lang haar gaat wennen. Dat het een deel van je zelf wordt. En dat je helemaal vergeet dat korter haar ook best leuk is.
Vorige week donderdag hakte ik de knoop door. Een jeugdvriendinnetje van mijn broer heeft borstkanker. Ik vond haar altijd een beetje vinnig en dominant en ik keek altijd enorm tegen haar op omdat ze altijd zo veel ouder en sterker was dan ik. Zij is nog steeds de vechter zoals ik haar ken en hoewel ze een hele zware tijd heeft komt ze er doorheen. Mijn haar afknippen werd ineens geen moeilijke keuze meer.
Een beetje voor haar, doneer ik mijn haar.
donderdag 1 november 2012
maandag 3 september 2012
Bizar
Ik zag net een blinde man oversteken.
Hij kwam aangelopen met zijn stok en tastte voorzichtig de stoeprand af. Hij stak zijn stok om hoog en liep strak naar de overkant.
Maar halverwege werd hij bijna aangereden door een grijze Mazda, die met 70 door de 30 kilometerzone aan kwam scheuren. De man in de auto toeterde, en schold hard en de blinde man schrok en viel en ze misten elkaar op een haar. De Mazda man reed door, en de blinde man stond op, klopte zich rustig af en vervolgde zijn weg.
Ik schrik van mijn eigen apathie en de volgende gedachte: Als deze blinde man zó kalm reageert, hoe vaak is dit hem overkomen?
Hij kwam aangelopen met zijn stok en tastte voorzichtig de stoeprand af. Hij stak zijn stok om hoog en liep strak naar de overkant.
Maar halverwege werd hij bijna aangereden door een grijze Mazda, die met 70 door de 30 kilometerzone aan kwam scheuren. De man in de auto toeterde, en schold hard en de blinde man schrok en viel en ze misten elkaar op een haar. De Mazda man reed door, en de blinde man stond op, klopte zich rustig af en vervolgde zijn weg.
Ik schrik van mijn eigen apathie en de volgende gedachte: Als deze blinde man zó kalm reageert, hoe vaak is dit hem overkomen?
dinsdag 28 augustus 2012
Verliezen...
je treinkaartje,
een oorbel,
je sleutels,
een wedstrijd,
je agenda,
het nummer van iemand die je zou bellen,
je baan,
je gewicht,
je wilde haren,
je geduld,
je jas tijdens het uitgaan of je favoriete petje,
je goede humeur,
je museumjaarkaart,
twintig euro...
Ja, ach, so what...
Maar dan...
je hoofd, je hart, je beste vriend...
een oorbel,
je sleutels,
een wedstrijd,
je agenda,
het nummer van iemand die je zou bellen,
je baan,
je gewicht,
je wilde haren,
je geduld,
je jas tijdens het uitgaan of je favoriete petje,
je goede humeur,
je museumjaarkaart,
twintig euro...
Ja, ach, so what...
Maar dan...
je hoofd, je hart, je beste vriend...
maandag 6 augustus 2012
Vijf dingen om te doen voordat... (2)
Ik denk met enige melancholie terug aan mijn vorige stukje. Een paar maanden voordat ik twaalf werd, ging ik voor het eerst op een internationaal avontuur zonder mijn ouders. Ik ging een maand op zomerkamp in Bergen, Noorwegen. Een maand lijkt heel lang, maar eigenlijk is die maand alleen lang geweest voor mijn ouders. Zonder internet of een mobiele telefoon om af en toe contact op te nemen, hadden zij geen idee van wat ik allemaal uitspookte, terwijl mijn gebrek aan tijdsbesef werd nog versterkt door de immense hoeveelheid aan geweldige ervaringen en ik na een maand niet geloofde dat ik weer naar huis moest. Gelukkig had ik de mogelijkheid nog veel vaker met de zelfde organisatie mee te gaan en is het ook echt waar dat de kinderen die toen mijn vrienden waren, dat nog steeds zijn en ik ze nog regelmatig spreek, ondanks de gigantische tijdverschillen.
Het jaar dat ik twaalf werd was voor mij een mijlpaal. De vrienden die ik toen gemaakt heb, de lessen die ik toen geleerd heb zijn de basis geweest voor mijn levensvisie.
Het is in ieder geval een stuk leuker om bijna 12 te worden dan 30.
Over een maand min één dag mag ik mijzelf tot de young at hearts benoemen, totdat de potjes rimpelcrème mijn gezicht niet meer bijhouden.
Ik zal de laatste zijn om te beweren dat ik echt oud word, maar 30 is wél een mijlpaal. Toch?
Toen ik nadacht over dingen die je moet doen voor je twaalf wordt, bedacht ik me dat er ook dingen zijn die je gedaan moet hebben voor je 30 wordt, omdat je daar na je dertigste toch echt te oud voor bent.
Ok, ok. Natuurlijk ben je nooit ergens echt te oud voor. Ik ken ook nog wel voorbeelden van mensen die gaan skydiven op hun zeventigste verjaardag. Maar misschien kan ik er toch nog wel vijf dingen geven in willekeurige volgorde.
1. Een pyjama party houden met een groot scala aan rom-coms op je harddrive of DVDset en een bak Ben en Jerry's de vrouw. De reden dat dit niet na je 30ste kan mag duidelijk zijn. BJ's ren je er voor die leeftijd net weer iets makkelijker af.
2. Liften. Dit om de pure vrijheid die je ervaart en omdat je jezelf wijsmaakt dat de weg net zo belangrijk is als je bestemming en dat andere mensen het ook soms gewoon gezellig vinden om te praten.
3. De liefde bedrijven op een rare plaats. En ik denk dat ik niet verder in ga op wat dan precies een 'rare' plaats is. Ik wil alleen zeggen dat je kou, zand, water, mieren, blaadjes en takjes waarschijnlijk een stuk beter kan verdragen als je jonger bent.
4. Alleen op vakantie gaan. Het hoeft niet ver te zijn en je hoeft ook niet af te zien in een eenmanstentje in nowhereville, maar de tijd alleen kan heel veel nieuwe perspectieven bieden.
5. Tja, en een beetje de zelfde afsluiting als mijn vorige stukje. Ga naar een zomerkamp. Wordt leider en geef jouw kennis en gevoel voor avontuur door. Want, wie weet zie je jouw kampkids een aantal jaar later het zelfde doen.
Het jaar dat ik twaalf werd was voor mij een mijlpaal. De vrienden die ik toen gemaakt heb, de lessen die ik toen geleerd heb zijn de basis geweest voor mijn levensvisie.
Het is in ieder geval een stuk leuker om bijna 12 te worden dan 30.
Over een maand min één dag mag ik mijzelf tot de young at hearts benoemen, totdat de potjes rimpelcrème mijn gezicht niet meer bijhouden.
Ik zal de laatste zijn om te beweren dat ik echt oud word, maar 30 is wél een mijlpaal. Toch?
Toen ik nadacht over dingen die je moet doen voor je twaalf wordt, bedacht ik me dat er ook dingen zijn die je gedaan moet hebben voor je 30 wordt, omdat je daar na je dertigste toch echt te oud voor bent.
Ok, ok. Natuurlijk ben je nooit ergens echt te oud voor. Ik ken ook nog wel voorbeelden van mensen die gaan skydiven op hun zeventigste verjaardag. Maar misschien kan ik er toch nog wel vijf dingen geven in willekeurige volgorde.
1. Een pyjama party houden met een groot scala aan rom-coms op je harddrive of DVDset en een bak Ben en Jerry's de vrouw. De reden dat dit niet na je 30ste kan mag duidelijk zijn. BJ's ren je er voor die leeftijd net weer iets makkelijker af.
2. Liften. Dit om de pure vrijheid die je ervaart en omdat je jezelf wijsmaakt dat de weg net zo belangrijk is als je bestemming en dat andere mensen het ook soms gewoon gezellig vinden om te praten.
3. De liefde bedrijven op een rare plaats. En ik denk dat ik niet verder in ga op wat dan precies een 'rare' plaats is. Ik wil alleen zeggen dat je kou, zand, water, mieren, blaadjes en takjes waarschijnlijk een stuk beter kan verdragen als je jonger bent.
4. Alleen op vakantie gaan. Het hoeft niet ver te zijn en je hoeft ook niet af te zien in een eenmanstentje in nowhereville, maar de tijd alleen kan heel veel nieuwe perspectieven bieden.
5. Tja, en een beetje de zelfde afsluiting als mijn vorige stukje. Ga naar een zomerkamp. Wordt leider en geef jouw kennis en gevoel voor avontuur door. Want, wie weet zie je jouw kampkids een aantal jaar later het zelfde doen.
woensdag 18 juli 2012
Vijf dingen om te doen voordat...
Een paar dagen geleden stond in de NRC een artikel over wat kinderen echt zouden moeten doen voordat ze twaalf worden. Twaalf is echt een overgangsleeftijd waarin je nog net gewoon kind kunt zijn. De schrijver van het artikel vroeg de mening van verschillende schrijvers en andere bekende nederlanders, en deed vervolgens een oproep aan de lezers om ook een lijst te maken van vijf dingen die een kind echt moet doen voor z'n twaalfde.
Na het stukje, dat ik in de vroege ochtend lees in bed, doezel ik een beetje weg en ga terug naar mijn kindertijd. Een van de dingen die het eerst in mij opkomt is: dammen bouwen. Op een mooie zomerdag, eindeloos bezig zijn om de koers van een stroompje te manipuleren. De beste plek om dammen te bouwen zijn beekjes die zo ondiep zijn dat je ook echt resultaat ziet. Enkeldiep als beginner, of misschien tot halverwege je kuiten of knieën als je er een echt project van maakt met al je vrienden van de camping.
Als je dan toevallig in een bosrijke omgeving bent, is het zelf maken van een katapult of pijl en boog ook een absolute aanrader. Vooral als je daarna ook echt iets kan raken met je creatie, al is het maar omdat je er hard je zusje mee kan slaan. Mijn broer en ik konden ons eindeloos vermaken op de achterbank van de auto met elk een simpele tak en een zakmes. Het is wellicht aan te raden om een mes met een blokkering aan te schaffen om dichtklappen te voorkomen, en te checken of je kinderen op goede voet staan met elkaar.
Als je kinderen niet vertrouwt met messen en andere wapens, of als je liever lekker normaal aan het strand in Nederland blijft, biedt de zee ook veel mogelijkheden tot (leed)vermaak. Bij oostenwind is het water vaak warm en redelijk zwembaar, maar zijn er wel vaak kwallen aan de kust. Voor een volwassene zijn kwallen misschien niet een trekpleister, maar voor een kind is dat anders. De pret die een kind heeft door het graven van een kuil in het zand, om hem vol te storten met dooie, onsmakelijke, maar ook onschadelijke kwallen, is onbetaalbaar. Als de kuil vol is, giet je er simpel nog een laag zand overheen en wacht je tot er iemand instapt. Gegarrandeerd succes.
Het is niet te voorkomen dat het ook slecht weer is in nederland en dat je kind niet naar buiten kan. Dan kan een kind altijd nog een parallel universum verzinnen, waarbij hij het hele huis tot zijn eigen wereld omtovert. Beddengoed kan in een fantasieland zeer goed dienst doen als tent of vlot. Je kan hutten bouwen van boeken, je kan met een stevig dienblad van de trap af glijden, of met een matras als die trap breed genoeg is.
Of, je gaat gewoon op zomerkamp. Op kamp gaan, een plek waar je dammen kan bouwen, nuttige handvaardigheden leert, kattekwaad uit kan halen, en je fantasie los kunt laten en je ook nog eens vrienden voor het leven maakt.
Na het stukje, dat ik in de vroege ochtend lees in bed, doezel ik een beetje weg en ga terug naar mijn kindertijd. Een van de dingen die het eerst in mij opkomt is: dammen bouwen. Op een mooie zomerdag, eindeloos bezig zijn om de koers van een stroompje te manipuleren. De beste plek om dammen te bouwen zijn beekjes die zo ondiep zijn dat je ook echt resultaat ziet. Enkeldiep als beginner, of misschien tot halverwege je kuiten of knieën als je er een echt project van maakt met al je vrienden van de camping.
Als je dan toevallig in een bosrijke omgeving bent, is het zelf maken van een katapult of pijl en boog ook een absolute aanrader. Vooral als je daarna ook echt iets kan raken met je creatie, al is het maar omdat je er hard je zusje mee kan slaan. Mijn broer en ik konden ons eindeloos vermaken op de achterbank van de auto met elk een simpele tak en een zakmes. Het is wellicht aan te raden om een mes met een blokkering aan te schaffen om dichtklappen te voorkomen, en te checken of je kinderen op goede voet staan met elkaar.
Als je kinderen niet vertrouwt met messen en andere wapens, of als je liever lekker normaal aan het strand in Nederland blijft, biedt de zee ook veel mogelijkheden tot (leed)vermaak. Bij oostenwind is het water vaak warm en redelijk zwembaar, maar zijn er wel vaak kwallen aan de kust. Voor een volwassene zijn kwallen misschien niet een trekpleister, maar voor een kind is dat anders. De pret die een kind heeft door het graven van een kuil in het zand, om hem vol te storten met dooie, onsmakelijke, maar ook onschadelijke kwallen, is onbetaalbaar. Als de kuil vol is, giet je er simpel nog een laag zand overheen en wacht je tot er iemand instapt. Gegarrandeerd succes.
Het is niet te voorkomen dat het ook slecht weer is in nederland en dat je kind niet naar buiten kan. Dan kan een kind altijd nog een parallel universum verzinnen, waarbij hij het hele huis tot zijn eigen wereld omtovert. Beddengoed kan in een fantasieland zeer goed dienst doen als tent of vlot. Je kan hutten bouwen van boeken, je kan met een stevig dienblad van de trap af glijden, of met een matras als die trap breed genoeg is.
Of, je gaat gewoon op zomerkamp. Op kamp gaan, een plek waar je dammen kan bouwen, nuttige handvaardigheden leert, kattekwaad uit kan halen, en je fantasie los kunt laten en je ook nog eens vrienden voor het leven maakt.
vrijdag 6 juli 2012
Boekenzolder
Van alles in Leiden wat de mogelijkheid heeft om uit een sprookje te komen is de boekenzolder toch wel het meest geweldige initiatief. Niet persé omdat het een mooie zolder is, maar omdat ik alle plekken die veel boeken beheren al snel sprookjesachtig vind, en het idee achter de boekenzolder al helemaal geweldig vind.
Een aantal blogs geleden schreef ik al over het geweldige filmpje van 'the Fantastic Flying Books of mr Morris Lessmore'. Dit verhaaltje gaat over mr. Morris Lessmore, die na hevige tegenslag, door middel van lezen weer kleur in zijn leven brengt. Het verhaal brengt ook de boodschap dat om boeken levend te houden, ze ook gelezen moeten worden.
De boekenzolder doet precies dit. Het geeft de mogelijkheid aan mensen vanuit alle achtergronden, om boeken te lezen en mee te nemen. En, als je uitgelezen bent, kan je het boek terugbrengen, of doorgeven aan iemand die dat boek ook zou moeten lezen.
Het fijne van dit principe is dat iedereen toegang heeft tot boeken, zelfs mensen die eigenlijk geen toegang hebben tot Nederland. Daarnaast zijn er een heleboel boeken van mezelf die ik koester, maar een groot aantal heb ik naar de boekenzolder gebracht. Ook het boek dat ik nu lees: 'Long walk to Freedom' van Nelson Mandela, gaat weer terug als ik hem uitheb, want dat boek zouden meer mensen eens moeten lezen.
De boekenzolder is open op dinsdagavond 7 tot 9, donderdag van 1 tot 5 en vrijdag van 11 tot 1. En te bekijken op boekenzolderleiden.nl.
Een aantal blogs geleden schreef ik al over het geweldige filmpje van 'the Fantastic Flying Books of mr Morris Lessmore'. Dit verhaaltje gaat over mr. Morris Lessmore, die na hevige tegenslag, door middel van lezen weer kleur in zijn leven brengt. Het verhaal brengt ook de boodschap dat om boeken levend te houden, ze ook gelezen moeten worden.
De boekenzolder doet precies dit. Het geeft de mogelijkheid aan mensen vanuit alle achtergronden, om boeken te lezen en mee te nemen. En, als je uitgelezen bent, kan je het boek terugbrengen, of doorgeven aan iemand die dat boek ook zou moeten lezen.
Het fijne van dit principe is dat iedereen toegang heeft tot boeken, zelfs mensen die eigenlijk geen toegang hebben tot Nederland. Daarnaast zijn er een heleboel boeken van mezelf die ik koester, maar een groot aantal heb ik naar de boekenzolder gebracht. Ook het boek dat ik nu lees: 'Long walk to Freedom' van Nelson Mandela, gaat weer terug als ik hem uitheb, want dat boek zouden meer mensen eens moeten lezen.
De boekenzolder is open op dinsdagavond 7 tot 9, donderdag van 1 tot 5 en vrijdag van 11 tot 1. En te bekijken op boekenzolderleiden.nl.
maandag 2 juli 2012
Straight outta Bergen
Heb je wel eens dat je op een plek komt die je denkt te kennen als je broekzak, en dat er dan, als je er weer een keer komt, de situatie helemaal veranderd lijkt te zijn?
Ik had dat vroeger altijd als ik thuis kwam van vakantie. Als ik dan, moe van urenlang in de auto zitten, thuis kwam en na het begroeten van de hond naar mijn kamer ging, dacht ik altijd dat ik een beetje gek geworden was. Mijn kamer was dan super netjes, terwijl ik hem misschien niet zo heel netjes had achtergelaten en er stond altijd iets anders. Mijn knuffels zaten in een andere volgorde op de bank. De radio stond in de vensterbank in plaats van op mijn bureau. Soms lagen er paarse sokken in mijn klerenkast, terwijl ik juist alleen maar roze en blauwe sokken had. Het grote mysterie van mijn uit zichzelf veranderende slaapkamer loste zich pas op toen ik een paar jaar ouder was. Ik besefde toen pas dat de mensen die op ons huis pasten, terwijl wij in het buitenland waren, hun kleinkinderen op bezoek hadden gehad en dat mijn speelgoed ook voor hen heel erg leuk geweest moet zijn.
Nu ik al tien jaar niet meer thuis woon, verbaas ik me eigenlijk niet meer over het veranderde interieur. Tot vandaag.
In mijn kamer ligt een pet. Ik kijk er naar met lichte verbazing en verwondering. Ik heb voor het eerst sinds mijn kindertijd een beetje het gevoel dat er iets niet helemaal klopt in mijn bovenkamer en dat komt door die pet. Ik kamer verbaas me niet over dát er een pet in mijn kamer ligt, maar meer wát voor pet mij vanaf mijn bureau aanstaart. Het is een pet van Ruthless Records Merchandize. Een pet van de NWA. En dáár verbaas ik me over.
De eigenaar van deze pet moet een fan zijn geweest, want het is echt een heel mooi exemplaar. Maar, in de ruimte in mijn hoofd is de mogelijkheid dat mijn ouders mensen kennen die bekend zijn met de NWA bijzonder klein. In deze wijk doen we Ice Cubes bij de cognac, en er wonen misschien wel veel dokters, maar weinig Dre's. In het dorp waar mijn ouders wonen, zijn überhaupt niet zoveel NWA, en het aantal WAWA (White Ass With Attitude) is ook niet zo erg groot.
Hoe komt die pet dan in mijn kamer? Wie ken ik die een grote fan is van aggressieve hiphop? Ik zet de pet op. Hij staat me best goed, maar het voelt ook een beetje raar, als of ik het type meisje zou kunnen zijn die plots in zo'n video sta te dansen. Ik vraag aan mijn ma of ze weet van wie hij is, en als ze zegt geen idee te hebben, besluit ik hem maar tijdelijk te houden. Misschien moet ik ook maar wat attitude kweken.
Ik besluit dat ik hem maar zal dragen zoals Nina Gordon. Gangster rap, maar dan iets liever...
Ik had dat vroeger altijd als ik thuis kwam van vakantie. Als ik dan, moe van urenlang in de auto zitten, thuis kwam en na het begroeten van de hond naar mijn kamer ging, dacht ik altijd dat ik een beetje gek geworden was. Mijn kamer was dan super netjes, terwijl ik hem misschien niet zo heel netjes had achtergelaten en er stond altijd iets anders. Mijn knuffels zaten in een andere volgorde op de bank. De radio stond in de vensterbank in plaats van op mijn bureau. Soms lagen er paarse sokken in mijn klerenkast, terwijl ik juist alleen maar roze en blauwe sokken had. Het grote mysterie van mijn uit zichzelf veranderende slaapkamer loste zich pas op toen ik een paar jaar ouder was. Ik besefde toen pas dat de mensen die op ons huis pasten, terwijl wij in het buitenland waren, hun kleinkinderen op bezoek hadden gehad en dat mijn speelgoed ook voor hen heel erg leuk geweest moet zijn.
Nu ik al tien jaar niet meer thuis woon, verbaas ik me eigenlijk niet meer over het veranderde interieur. Tot vandaag.
In mijn kamer ligt een pet. Ik kijk er naar met lichte verbazing en verwondering. Ik heb voor het eerst sinds mijn kindertijd een beetje het gevoel dat er iets niet helemaal klopt in mijn bovenkamer en dat komt door die pet. Ik kamer verbaas me niet over dát er een pet in mijn kamer ligt, maar meer wát voor pet mij vanaf mijn bureau aanstaart. Het is een pet van Ruthless Records Merchandize. Een pet van de NWA. En dáár verbaas ik me over.
De eigenaar van deze pet moet een fan zijn geweest, want het is echt een heel mooi exemplaar. Maar, in de ruimte in mijn hoofd is de mogelijkheid dat mijn ouders mensen kennen die bekend zijn met de NWA bijzonder klein. In deze wijk doen we Ice Cubes bij de cognac, en er wonen misschien wel veel dokters, maar weinig Dre's. In het dorp waar mijn ouders wonen, zijn überhaupt niet zoveel NWA, en het aantal WAWA (White Ass With Attitude) is ook niet zo erg groot.
Hoe komt die pet dan in mijn kamer? Wie ken ik die een grote fan is van aggressieve hiphop? Ik zet de pet op. Hij staat me best goed, maar het voelt ook een beetje raar, als of ik het type meisje zou kunnen zijn die plots in zo'n video sta te dansen. Ik vraag aan mijn ma of ze weet van wie hij is, en als ze zegt geen idee te hebben, besluit ik hem maar tijdelijk te houden. Misschien moet ik ook maar wat attitude kweken.
Ik besluit dat ik hem maar zal dragen zoals Nina Gordon. Gangster rap, maar dan iets liever...
zaterdag 30 juni 2012
Slapeloos
Het is 3.45. Ik ben wakker.
De mensen die mij kennen, weten dat ik vrij makkelijk en graag slaap. Ik ga meestal niet zo laat naar bed, ik knap wel eens een uiltje op de bank. Ook ben ik vaak niet de meest gezellige bijrijder in de auto omdat ik na drie rotondes al lig te tukken. Ik houd van slapen.
En nu ben ik wakker.
Het rare van midden in de nacht wakker zijn is dat, hoewel je moe bent, je je gedachten vaak alleen maar kunt richten op het feit dat je wakker bent. De grote vraag bij mij is: Waarom ben ik in hemelsnaam wakker? Ik heb vandaag hard gewerkt en volgens mij hoor ik dan moe te zijn. Maar, nu ik er over nadenk, ik ben ook moe. Ik ben onwijs moe! WAAROM BEN IK WAKKER??
Ik ben niet aan het piekeren. Dat doe ik ook wel eens, dus ik zou het meteen herkennen als ik dat zou doen. Dan zou ik namelijk wel in slaap vallen, maar na een half uur door een nachtmerrie wakker worden. En nu pieker ik niet, want ik heb geen angst nachtmerries. Ik slaap niet eens.
Ik denk erover na of ik honger heb. Ik heb niet super goed gegeten tijdens m'n werk, maar mijn maag rammelt niet, dus dat kan het ook niet zijn. Ik heb ook niet echt dorst of zo. Heb ik misschien te laat nog koffie gedronken? Of cola? Ik weet het niet.
Ik kijk op mijn wekker en ik zie dat ik al twee uur en 45 minuten geleden naar bed ben gegaan en dat ik nog steeds wakker ben. En dat ik het liefst over 5 uur weer wakker word om leuke dingen te doen met mijn leven. Maar dan denk ik: vijf uur slaap. Dat is toch veel te kort? Ik moet nu slapen! Dan mis ik niets van morgen!
Ik merk dat ik een beetje kribbig word. Ook omdat er plots in mijn hoofd opkomt, dat, als ik toch wakker ben, ik net zo goed een stukje kan schrijven. Maar om echt op te staan en mijn laptop uit de andere kamer te halen, dat is me toch ook te gek. Bovendien geef ik dan toe dat ik niet kan slapen.
Na tien minuten geef ik de strijd met mezelf op. Ik werk mezelf uit bed, sleep me naar de woonkamer en ga even later weer liggen met mijn notebook op schoot...
...Om tien uur 's ochtends word ik wakker, met pijn in mn nek van mijn halve zithouding en met een laptop, in slaapstand.
De mensen die mij kennen, weten dat ik vrij makkelijk en graag slaap. Ik ga meestal niet zo laat naar bed, ik knap wel eens een uiltje op de bank. Ook ben ik vaak niet de meest gezellige bijrijder in de auto omdat ik na drie rotondes al lig te tukken. Ik houd van slapen.
En nu ben ik wakker.
Het rare van midden in de nacht wakker zijn is dat, hoewel je moe bent, je je gedachten vaak alleen maar kunt richten op het feit dat je wakker bent. De grote vraag bij mij is: Waarom ben ik in hemelsnaam wakker? Ik heb vandaag hard gewerkt en volgens mij hoor ik dan moe te zijn. Maar, nu ik er over nadenk, ik ben ook moe. Ik ben onwijs moe! WAAROM BEN IK WAKKER??
Ik ben niet aan het piekeren. Dat doe ik ook wel eens, dus ik zou het meteen herkennen als ik dat zou doen. Dan zou ik namelijk wel in slaap vallen, maar na een half uur door een nachtmerrie wakker worden. En nu pieker ik niet, want ik heb geen angst nachtmerries. Ik slaap niet eens.
Ik denk erover na of ik honger heb. Ik heb niet super goed gegeten tijdens m'n werk, maar mijn maag rammelt niet, dus dat kan het ook niet zijn. Ik heb ook niet echt dorst of zo. Heb ik misschien te laat nog koffie gedronken? Of cola? Ik weet het niet.
Ik kijk op mijn wekker en ik zie dat ik al twee uur en 45 minuten geleden naar bed ben gegaan en dat ik nog steeds wakker ben. En dat ik het liefst over 5 uur weer wakker word om leuke dingen te doen met mijn leven. Maar dan denk ik: vijf uur slaap. Dat is toch veel te kort? Ik moet nu slapen! Dan mis ik niets van morgen!
Ik merk dat ik een beetje kribbig word. Ook omdat er plots in mijn hoofd opkomt, dat, als ik toch wakker ben, ik net zo goed een stukje kan schrijven. Maar om echt op te staan en mijn laptop uit de andere kamer te halen, dat is me toch ook te gek. Bovendien geef ik dan toe dat ik niet kan slapen.
Na tien minuten geef ik de strijd met mezelf op. Ik werk mezelf uit bed, sleep me naar de woonkamer en ga even later weer liggen met mijn notebook op schoot...
...Om tien uur 's ochtends word ik wakker, met pijn in mn nek van mijn halve zithouding en met een laptop, in slaapstand.
donderdag 28 juni 2012
Bon bon
Ik was vandaag in Leonidas. Hoewel het filiaal in Leiden al een paar jaar geleden is geopend, ben ik er nog maar één keer eerder binnen geweest. En dat terwijl één van mijn favoriete koffietentjes er rest tegenover zit. Ik loop er meestal strak langs en doe net als of de winkel niet bestaat, want de enige reden dat ik daar eigenlijk niet naar binnen wil is: zelfbehoud.
Toen ik daar, voor eens in een lange tijd, toch naar binnenliep om naar die duizenden, perfect gevormde chocolaatjes te kijken, bedacht ik me dat de naam Leonidas eigenlijk een hele vreemde naam was voor een handelaar in lekkernij.
Voor de mensen die niet bekend zijn van de Griekse mythologie en ook niet toevallig fan zijn van Gerard Butler in de film '300', Leonidas (I) was de koning van Sparta rond vijf eeuwen voor onze jaartelling. Hoewel deze vent zeer waarschijnlijk wel een lekkernij was, was hij absoluut niet van suiker. Met slechts 300 Spartanen vocht hij tegen een wereldmacht. Zijn ruggengraat weerhield de perzen ervan Griekenland in te nemen.
Mijn ruggengraat is beduidend zwakker. Nog geen kwartier later sta ik met een doosje verleiding op straat en heeft het, net als de spartanen, thuis nooit gehaald.
Toen ik daar, voor eens in een lange tijd, toch naar binnenliep om naar die duizenden, perfect gevormde chocolaatjes te kijken, bedacht ik me dat de naam Leonidas eigenlijk een hele vreemde naam was voor een handelaar in lekkernij.
Voor de mensen die niet bekend zijn van de Griekse mythologie en ook niet toevallig fan zijn van Gerard Butler in de film '300', Leonidas (I) was de koning van Sparta rond vijf eeuwen voor onze jaartelling. Hoewel deze vent zeer waarschijnlijk wel een lekkernij was, was hij absoluut niet van suiker. Met slechts 300 Spartanen vocht hij tegen een wereldmacht. Zijn ruggengraat weerhield de perzen ervan Griekenland in te nemen.
Mijn ruggengraat is beduidend zwakker. Nog geen kwartier later sta ik met een doosje verleiding op straat en heeft het, net als de spartanen, thuis nooit gehaald.
donderdag 21 juni 2012
Afkick
Het is heerlijk weer.
Als je moe van een geweldige week en tot op je bilnaad toe bent verbrand en met duizend indrukken in je hoofd bezig bent. Als het ene verhaal het andere verhaal in je herleving doorkruist en je voeten aan schoenen moeten wennen en dat je lievelingsvest toch maar in de was zit, omdat je het na een week Oerol bijna echtop kon zetten.
Als je verliefd bent geworden op het eiland en op de wind die nooit stopte en je het eigenlijk wel fijn vind om thuis te zijn, maar toch ook nog meer had willen zien en mee had willen maken.
Ik ga staan in de stromende regen als een koude douche. Met mijn ogen dicht verdwijnt de stad en ben ik nog heel even op vakantie.
Als je moe van een geweldige week en tot op je bilnaad toe bent verbrand en met duizend indrukken in je hoofd bezig bent. Als het ene verhaal het andere verhaal in je herleving doorkruist en je voeten aan schoenen moeten wennen en dat je lievelingsvest toch maar in de was zit, omdat je het na een week Oerol bijna echtop kon zetten.
Als je verliefd bent geworden op het eiland en op de wind die nooit stopte en je het eigenlijk wel fijn vind om thuis te zijn, maar toch ook nog meer had willen zien en mee had willen maken.
Ik ga staan in de stromende regen als een koude douche. Met mijn ogen dicht verdwijnt de stad en ben ik nog heel even op vakantie.
dinsdag 19 juni 2012
Oerol (5)
Waar ik gisteren dreigde mijn tent uit te regenen, werden we vandaag om half acht uitgekookt door de brandende zon. Het beloofde een iets rustiger dag te worden, met een frisse duik in het vennetje om de lange rij bij de douche te omzeilen, een lekkere brunch op het strand en voor 's middags hadden we kaarten voor het stuk "Vanaf nu heet je Pjotr".
Ik had me nog niet helemaal ingelezen waarover het zou gaan, maar ik werd snel bijgepraat. In het Rusland tijdens de tweede wereldoorlog werken zes vrouwen van verschillende achtergrond in een naaiatelier. Ze repareren de uniforms van gestorven soldaten door simpele gaten te dichten en de namen van het jasje af te halen.
De uitzichtloosheid wordt fantastisch weergegeven en, emotioneel als ik ben, houd ik het ook deze voorstelling niet droog als de hoofdrolspeelster gek wordt tussen een nieuwe lading kapotgeschoten uniformen en ze uit pure wanhoop alle namen begint voor te lezen. De voorstelling was redelijk zwaar voor zo'n mooie zomerdag met brandende zon, maar zeer de moeite waard.
De rest van de middag hebben we aan de rand van het vennetje doorgebracht. Even geen optredens en straattoneel, maar barbecuen, kampvuren bouwen en samen zingen. Morgenochtend gaan we terug naar huis, gevuld met duizend ideëen en ervaringen en de overtuiging dat we sowieso volgend jaar weer op Oerol staan.
Ik had me nog niet helemaal ingelezen waarover het zou gaan, maar ik werd snel bijgepraat. In het Rusland tijdens de tweede wereldoorlog werken zes vrouwen van verschillende achtergrond in een naaiatelier. Ze repareren de uniforms van gestorven soldaten door simpele gaten te dichten en de namen van het jasje af te halen.
De uitzichtloosheid wordt fantastisch weergegeven en, emotioneel als ik ben, houd ik het ook deze voorstelling niet droog als de hoofdrolspeelster gek wordt tussen een nieuwe lading kapotgeschoten uniformen en ze uit pure wanhoop alle namen begint voor te lezen. De voorstelling was redelijk zwaar voor zo'n mooie zomerdag met brandende zon, maar zeer de moeite waard.
De rest van de middag hebben we aan de rand van het vennetje doorgebracht. Even geen optredens en straattoneel, maar barbecuen, kampvuren bouwen en samen zingen. Morgenochtend gaan we terug naar huis, gevuld met duizend ideëen en ervaringen en de overtuiging dat we sowieso volgend jaar weer op Oerol staan.
Oerol (4)
Na de overwinning van gisteren kan Oerol eigenlijk niet meer stuk. Ook het feit dat het de eerste vier wakkere uren van mijn dag giet als de moesson. Ik lig tot redelijk laat in mijn bed en ik hoop dat mijn tent dit lot goed doorstaat. Als ik dan om half elf toch besluit maar te gaan douchen loop ik, met wc-rol en douchespullen in de hand richting de lange rij van dames die het liefst schoon en proper aan de dag beginnen. Ik verbaas me een beetje over wat sommige dames uit de kast halen. Krulspelden, föhns, haarlak, make-up, nagellak. Je zou bijna denken dat we voor de spiegelstaan in de coulissen van een modeshow, in plaats van op een simpele camping op een doorweekt eiland.
Wat de eigenaren van de camping niet zo zuinig hebben gedaan zijn de douches zelf. Ze kosten een euro, maar daarvoor kan je wel een exorbitant lange tijd douchen. En ik houd op zich wel van lang douchen, maar als er een rij wachtenden achter je staat die alsmaar langer wordt, voel ik toch de druk om iets sneller te zijn dan normaal, waardoor de kraan nog een paar minuten lang warm water verspilt. Liever betaal ik twintig cent en douche dan voor twintig cent.
Onze middag activiteit bestaat uit het fietsen naar Kaap Hoorn, waar expeditie Nieuw Schitterum plaatsvind. Ik vind de koeien mooier dan de Friese poezie, maar dat komt omdat ik koeien zelf een beetje zie als zwart-witte poezie. Op een andere plek vonden we geweldige koepels waarin twee schrijvers hun verhaal deden over hoe het is om schrijver te zijn. Een andere tent herbergde een zangeres met begeleiding die zo'n mooi liedje zong, dat zelfs grote stoere mannen er bij stonden te grienen, laat staan zo'n emotioneel persoon die alles van deze week al geweldig vind.
De volgende stop was wederom het groene strand in West, waar Blauzjun optrad. Hoewel we tamelijk laat waren konden we nog net een paar nummers meepakken. Bij mij leek toch de vermoeidheid toe te slaan en besloot tot een rustig avondje in de tent.
Cadeautjes komen het mooist onverwacht, en tewijl ik rustig aan het typen ben, komen de mensen van het uitverkochte Zur, zingend en spelend langs. Hun muziek is hemels, ultiem om bij in slaap te vallen en de avonturen verder te laten gaan in mijn hoofd.
Wat de eigenaren van de camping niet zo zuinig hebben gedaan zijn de douches zelf. Ze kosten een euro, maar daarvoor kan je wel een exorbitant lange tijd douchen. En ik houd op zich wel van lang douchen, maar als er een rij wachtenden achter je staat die alsmaar langer wordt, voel ik toch de druk om iets sneller te zijn dan normaal, waardoor de kraan nog een paar minuten lang warm water verspilt. Liever betaal ik twintig cent en douche dan voor twintig cent.
Onze middag activiteit bestaat uit het fietsen naar Kaap Hoorn, waar expeditie Nieuw Schitterum plaatsvind. Ik vind de koeien mooier dan de Friese poezie, maar dat komt omdat ik koeien zelf een beetje zie als zwart-witte poezie. Op een andere plek vonden we geweldige koepels waarin twee schrijvers hun verhaal deden over hoe het is om schrijver te zijn. Een andere tent herbergde een zangeres met begeleiding die zo'n mooi liedje zong, dat zelfs grote stoere mannen er bij stonden te grienen, laat staan zo'n emotioneel persoon die alles van deze week al geweldig vind.
De volgende stop was wederom het groene strand in West, waar Blauzjun optrad. Hoewel we tamelijk laat waren konden we nog net een paar nummers meepakken. Bij mij leek toch de vermoeidheid toe te slaan en besloot tot een rustig avondje in de tent.
Cadeautjes komen het mooist onverwacht, en tewijl ik rustig aan het typen ben, komen de mensen van het uitverkochte Zur, zingend en spelend langs. Hun muziek is hemels, ultiem om bij in slaap te vallen en de avonturen verder te laten gaan in mijn hoofd.
maandag 18 juni 2012
Oerol (3)
Toen ik een paar weken geleden besloot om naar Oerol te gaan, bedacht ik me voor het eerst dat een gedicht voordragen wel een goede stap uit mijn comfort zone zou kunnen zijn. Ik wil namelijk altijd heel graag weten wat mensen van mijn verhalen en gedichten vinden en of het mensen raakt, maar het zomaar voorlezen van een gedicht op een feestje of partijtje vind ik een beetje gek. Heel vaak hoor ik van mensen: “Ja, leuk hoor, maar ik snap eigenlijk nooit zoveel van gedichten”. En dat begrijp ik ook wel. Ik begrijp bijvoorbeeld ook niets van algebra of economische systemen, en als ik iemand daar een heel enthousiast verhaal over hoor uiteenzetten, knik ik ook maar een beetje met de verteller mee.
Maar dan Oerol. Als er daar iemand is die me kan vertellen of wat ik produceer goed is of bagger, dan ben ik al een heel stuk verder.
De grote uitdaging is hoe je mensen bereikt. Het liefst lift ik een beetje mee op het succes van anderen, zodat ik niet de hele menigte zelf bij elkaar moet sprokkelen. Het is een geweldig geluk als ik erachter kom dat toevallig 'the poetry circle' uit Amsterdam gedichten voordraagt bij de boomhutten van boomhuttenfest.com. Als ik het bos inloop waar de vele geweldige boomhutten staan, hangen en ronddraaien, zakt de moed me weer in de schoenen. Bij een van mijn favoriete hutten staan een donkere jongen die met zoveel passie de meest geweldige poezie voordraagt en verhalen vertelt, kijk ik naar mn eigen kladje. Met open mond staar ik naar deze jongen, die bijna zingt, zijn verhaal als een gospel de wereld inslingert. En ik. Ik heb één gedicht op papier. En nog een in m'n telefoon. En een warboel in mijn hoofd.
Omdat ik het een aantal mensen beloofd heb om het gewoon te proberen, sluip ik langs de jongen om in een accordeon-achtige hut te klimmen. Ik staar nog steeds naar de dichter, die zijn laatste woorden spreekt, en dan naar de mensen die voor hem klappen.
En dan. Uit het niets draag ik mijn gedicht voor. Uiteraard het gedicht 'Boomhut', omdat dat de meest toepasselijke is. Mensen luisteren, en er komen er zelfs een aantal mijn kant op. Als ik klaar ben wordt er tot mijn grote verbazing geklapt. De donkere jongen vraagt of ik nog meer heb en stamelend, bijna stotterend lees ik 'Dichter' voor. Het gedicht wordt even enthousiast ontvangen en als ik op dat moment uit die boomhut zou vallen zou ik als een veertje naar beneden dwarrelen.
Een jongen, die ik herken als performer van het straattoneel wat ik eerder heb zien optreden, vraagt of ik vaker heb voorgedragen.
De rest van mijn dag is geweldig. Ik vlieg met de vleugels die ik net gevonden heb. De zon schijnt op haar best en vanaf het duin aan het groene strand kijk ik naar het optreden van Spinvis. Het leven kan volgens mij bijna niet meer beter dan dit. De zon boven me, Spinvis onder me, de zee voor me en mijn vrienden achter me. En een persoonlijke overwinning in mijn hoofd.
Maar dan Oerol. Als er daar iemand is die me kan vertellen of wat ik produceer goed is of bagger, dan ben ik al een heel stuk verder.
De grote uitdaging is hoe je mensen bereikt. Het liefst lift ik een beetje mee op het succes van anderen, zodat ik niet de hele menigte zelf bij elkaar moet sprokkelen. Het is een geweldig geluk als ik erachter kom dat toevallig 'the poetry circle' uit Amsterdam gedichten voordraagt bij de boomhutten van boomhuttenfest.com. Als ik het bos inloop waar de vele geweldige boomhutten staan, hangen en ronddraaien, zakt de moed me weer in de schoenen. Bij een van mijn favoriete hutten staan een donkere jongen die met zoveel passie de meest geweldige poezie voordraagt en verhalen vertelt, kijk ik naar mn eigen kladje. Met open mond staar ik naar deze jongen, die bijna zingt, zijn verhaal als een gospel de wereld inslingert. En ik. Ik heb één gedicht op papier. En nog een in m'n telefoon. En een warboel in mijn hoofd.
Omdat ik het een aantal mensen beloofd heb om het gewoon te proberen, sluip ik langs de jongen om in een accordeon-achtige hut te klimmen. Ik staar nog steeds naar de dichter, die zijn laatste woorden spreekt, en dan naar de mensen die voor hem klappen.
En dan. Uit het niets draag ik mijn gedicht voor. Uiteraard het gedicht 'Boomhut', omdat dat de meest toepasselijke is. Mensen luisteren, en er komen er zelfs een aantal mijn kant op. Als ik klaar ben wordt er tot mijn grote verbazing geklapt. De donkere jongen vraagt of ik nog meer heb en stamelend, bijna stotterend lees ik 'Dichter' voor. Het gedicht wordt even enthousiast ontvangen en als ik op dat moment uit die boomhut zou vallen zou ik als een veertje naar beneden dwarrelen.
Een jongen, die ik herken als performer van het straattoneel wat ik eerder heb zien optreden, vraagt of ik vaker heb voorgedragen.
De rest van mijn dag is geweldig. Ik vlieg met de vleugels die ik net gevonden heb. De zon schijnt op haar best en vanaf het duin aan het groene strand kijk ik naar het optreden van Spinvis. Het leven kan volgens mij bijna niet meer beter dan dit. De zon boven me, Spinvis onder me, de zee voor me en mijn vrienden achter me. En een persoonlijke overwinning in mijn hoofd.
Oerol (2)
Hoewel slapen in de natuur goed is voor je nachtrust, is slapen zonder kussen minder comfortabel. Ik word om 7 uur wakker, maar aangezien ik niet het idee heb dat ik nog zo'n indrukwekkende dag overleef op zo weinig slaap, draai ik me nog maar een keer om. De regen die over het tentzeil neergutst is ook geen motivator om op te staan, en binnen een mum van tijd is het ineens bijna tien uur.
We zijn duidelijk beter voorbereid op het wakker worden dan een aantal buren.
De tent van buurman E. is zelfs de nacht niet goed doorgekomen. Het koepeltje ziet er uit als een grote slaapzak, en als de heren naar buiten komen blijkt alles zeiknat te zijn. Onder ons motto: alles is te fiksen met WD40 en ducttape, zetten we binnen een mum van tijd het tentje weer overeind, om daarna te beginnen aan ons heerlijk ontbijt met suikerbrood en vers fruit.
Het thema van Oerol, de wind voert het woord, blijkt perfent uitgekozen. I. en ik fietsen samen met goede vriend A. naar het groene strand, om te genieten van de elementen en van A.'s capriolen met zijn kiteboard.
Eb is een geweldig fenomeen om boten eens goed van de onderkant te bekijken en om krabbetjes te zien rondkrabben. De wind neemt ons mee naar een podium waar een voorstelling spectaculair had kunnen zijn, maar door de zandstralen wordt afgelast. In west, het dorp aan de haven ontdekten we een kroegje waar de kroegbaas nog zelf op zijn accordeon speelde en oude volksliederen zong.
Op de straten gebeurde zoveel aan straattoneel. Zangers, dichters, schrijvers, en andere fantasten. Bij de westerkerk speelde de 'Marble heart club'. I. had al een tentje ontdekt waar je goedkoop lekkere gekoelde wijn kon krijgen en zo landden wij, met een sauvignon in de zon, toegezongen door een hele club.
Ter voorbereiding van het avondeten kochten we een gegrild kippetje die zo lekker rook, dat de helft al als voorgerecht soldaat gemaakt werd.
De wind blies ons aan het eind van de middag weer terug naar de camping, waar we op een verlaten terrein de rest van het avond eten nuttigden.
Daar kwam de realisatie dat, hoewel we best veel gedaan hadden, het sowieso zou voelen alsof we van alles zouden missen, dus dat je je maar beter kan verheugen op wat je wel meepakt. Zorgeloosheid blijkt de grootste kunst.
We zijn duidelijk beter voorbereid op het wakker worden dan een aantal buren.
De tent van buurman E. is zelfs de nacht niet goed doorgekomen. Het koepeltje ziet er uit als een grote slaapzak, en als de heren naar buiten komen blijkt alles zeiknat te zijn. Onder ons motto: alles is te fiksen met WD40 en ducttape, zetten we binnen een mum van tijd het tentje weer overeind, om daarna te beginnen aan ons heerlijk ontbijt met suikerbrood en vers fruit.
Het thema van Oerol, de wind voert het woord, blijkt perfent uitgekozen. I. en ik fietsen samen met goede vriend A. naar het groene strand, om te genieten van de elementen en van A.'s capriolen met zijn kiteboard.
Eb is een geweldig fenomeen om boten eens goed van de onderkant te bekijken en om krabbetjes te zien rondkrabben. De wind neemt ons mee naar een podium waar een voorstelling spectaculair had kunnen zijn, maar door de zandstralen wordt afgelast. In west, het dorp aan de haven ontdekten we een kroegje waar de kroegbaas nog zelf op zijn accordeon speelde en oude volksliederen zong.
Op de straten gebeurde zoveel aan straattoneel. Zangers, dichters, schrijvers, en andere fantasten. Bij de westerkerk speelde de 'Marble heart club'. I. had al een tentje ontdekt waar je goedkoop lekkere gekoelde wijn kon krijgen en zo landden wij, met een sauvignon in de zon, toegezongen door een hele club.
Ter voorbereiding van het avondeten kochten we een gegrild kippetje die zo lekker rook, dat de helft al als voorgerecht soldaat gemaakt werd.
De wind blies ons aan het eind van de middag weer terug naar de camping, waar we op een verlaten terrein de rest van het avond eten nuttigden.
Daar kwam de realisatie dat, hoewel we best veel gedaan hadden, het sowieso zou voelen alsof we van alles zouden missen, dus dat je je maar beter kan verheugen op wat je wel meepakt. Zorgeloosheid blijkt de grootste kunst.
zaterdag 16 juni 2012
Oerol (1)
Als de boot vertrekt vanaf Harlingen, lijkt het er nog steeds op dat onze vakantie voornamelijk met een regenpak genoten gaat worden. Het is koud en het waait flink, ook als we een uur later aankomen op Terschelling. We kopen een Oerol-bandje en het wordt ons heel snel duidelijk dat een fiets huren op het eiland absoluut geen overbodige luxe is. Maar een luxe is het zeker! Wat is Terschelling ontzettend mooi. Met veel wijzen en kijken en foto's maken en met een grote omweg komen we eindelijk aan op de camping en tot ons plezier is het gestopt met regenen. Nog geen uur later, als we de tent hebben opgezet en ingericht, barst de zon los. Het is zomer op en top! Vriendschappen met de buren zijn snel gemaakt en I. en ik trekken er snel weer op uit om het eiland te ondekken.
Een van de eigenschappen die I. en ik delen, is het feit dat we alles willen zien en snel afgeleid zijn, dus de fiets wor dt overal in de berm gezet voor mooie stukjes natuur, leuke muziek die in cafeetjes klinkt en straatoptredens die we ook moeten zien. Na een dag rondcrossen over het eiland lijkt het alsof we er al een week zijn.
's Avonds fietsen we moe terug naar de camping, maar niet voordat we, per ongeluk bijna het podium van een toneelstuk zijn opgekropen, in verschillende boomhutten hebben geklommen, en duizend andere indrukken hebben opgedaan. Op de camping werden we warm ontvangen met een 'silent disco' en een forse regenbui. De zingende en dansende mensenmenigte, die zonder hoorbare begeleidende muziek in de regen hossen, twisten en hiphoppen zijn al geweldig om aan te zien. En als ik dan zelf ook een koptelefoon bemachtig weet ik: dit feest gaat nog wel even door...
Een van de eigenschappen die I. en ik delen, is het feit dat we alles willen zien en snel afgeleid zijn, dus de fiets wor dt overal in de berm gezet voor mooie stukjes natuur, leuke muziek die in cafeetjes klinkt en straatoptredens die we ook moeten zien. Na een dag rondcrossen over het eiland lijkt het alsof we er al een week zijn.
's Avonds fietsen we moe terug naar de camping, maar niet voordat we, per ongeluk bijna het podium van een toneelstuk zijn opgekropen, in verschillende boomhutten hebben geklommen, en duizend andere indrukken hebben opgedaan. Op de camping werden we warm ontvangen met een 'silent disco' en een forse regenbui. De zingende en dansende mensenmenigte, die zonder hoorbare begeleidende muziek in de regen hossen, twisten en hiphoppen zijn al geweldig om aan te zien. En als ik dan zelf ook een koptelefoon bemachtig weet ik: dit feest gaat nog wel even door...
vrijdag 15 juni 2012
Carlotta's not just bread
...Vroeg opstaan vind ik verschrikkelijk, behalve als het vakantie is. Dan sta ik met het grootste gemak om kwart over vijf naast m'n bed en is mijn humeur super zonnig. Het houdt alleen wel in dat ik, zodra ik op de achterbak van mijn lift naar Harlingen zit, ik direct weer in slaap val om pas wakker te worden als we er zijn.
Ik kijk naar buiten en ik schrik ik een beetje.
Ik weet niet hoe het komt, maar als het in mijn hoofd mooi weer is, ga ik er altijd een beetje van uit dat het in de realiteit dan ook zonnig is. De eerste zin die vriendinnetje I. en ik tegen elkaar uitbrengen als we bij de terminal staan: "Ehm, misschien moeten we een poncho kopen."
Aangezien onze boot pas 's middags vertrekt hebben we heel veel tijd door te brengen in de havenstad. Het is een leuk plaatsje, maar omdat het zo vroeg is, is er niet zo veel open.
I. en ik besluiten net om terug te gaan naar de terminal als ik in de stromende regen een aantal felgroene stoeltjes zie. De stoeltjes leiden ons naar het leukste cafeetje dat ik in tijden gezien heb. Carlotta's is een broodwinkel en koffietent, waar je ook nog 's avonds een heerlijke wijn kan drinken.
Er hangen kunstwerken aan de muur en de verschillende lampen die in de winkel staanzijn te koop. Genietend van heerlijke broodjes en een groot glas thee, zien we de schepen als huizen voorbijdrijven en hoewel het nog harder gaat regenen voelt het bij Carlotta's als het ultieme begin van onze vakantie.
Ik kijk naar buiten en ik schrik ik een beetje.
Ik weet niet hoe het komt, maar als het in mijn hoofd mooi weer is, ga ik er altijd een beetje van uit dat het in de realiteit dan ook zonnig is. De eerste zin die vriendinnetje I. en ik tegen elkaar uitbrengen als we bij de terminal staan: "Ehm, misschien moeten we een poncho kopen."
Aangezien onze boot pas 's middags vertrekt hebben we heel veel tijd door te brengen in de havenstad. Het is een leuk plaatsje, maar omdat het zo vroeg is, is er niet zo veel open.
I. en ik besluiten net om terug te gaan naar de terminal als ik in de stromende regen een aantal felgroene stoeltjes zie. De stoeltjes leiden ons naar het leukste cafeetje dat ik in tijden gezien heb. Carlotta's is een broodwinkel en koffietent, waar je ook nog 's avonds een heerlijke wijn kan drinken.
Er hangen kunstwerken aan de muur en de verschillende lampen die in de winkel staanzijn te koop. Genietend van heerlijke broodjes en een groot glas thee, zien we de schepen als huizen voorbijdrijven en hoewel het nog harder gaat regenen voelt het bij Carlotta's als het ultieme begin van onze vakantie.
donderdag 14 juni 2012
Oer(l)ol
Soms komt het kleine kind in mij naar boven. Dan ben ik al weken voor een gebeurtenis aan het dralen en het dromen over wat komen gaat. Een maand geleden besloten, drie weken geleden bedacht wat ik precies zou gaan doen Nog één nachtje slapen en dan is het zo ver. Dan hoop ik een lift te krijgen naar Harlingen om daar de boot naar Oerol te pakken.
Ik ben maar een paar keer eerder op een festival geweest en dit wordt de eerste keer dat ik meerdere dagen ga. En het beloofd veel. Lekker weer, toffe optredens en veel gezelligheid. En... Een van de dingen waar ik het meest naar uitkijk: Boomhuttenfest. Ik had al een gedicht geschreven over boomhutten, en ik ben heel erg benieuwd om de creativiteit van zoveel designers en andere knappe geesten te zien. Voor een voorproefje kun je alles lezen op http://www.boomhuttenfest.com/.
Het feest begint morgen om 6.45, en ik kan je nu al vertellen dat ik waarschijnlijk geen oog dicht doe. Te spannend, te gaaf, en, ook niet onbelangrijk, te angstig dat ik me verslaap.
Naar alle waarschijnlijkheid: to be continued...
Ik ben maar een paar keer eerder op een festival geweest en dit wordt de eerste keer dat ik meerdere dagen ga. En het beloofd veel. Lekker weer, toffe optredens en veel gezelligheid. En... Een van de dingen waar ik het meest naar uitkijk: Boomhuttenfest. Ik had al een gedicht geschreven over boomhutten, en ik ben heel erg benieuwd om de creativiteit van zoveel designers en andere knappe geesten te zien. Voor een voorproefje kun je alles lezen op http://www.boomhuttenfest.com/.
Het feest begint morgen om 6.45, en ik kan je nu al vertellen dat ik waarschijnlijk geen oog dicht doe. Te spannend, te gaaf, en, ook niet onbelangrijk, te angstig dat ik me verslaap.
Naar alle waarschijnlijkheid: to be continued...
vrijdag 8 juni 2012
slecht-nieuws-gesprek
voor Laeti
Ik sta daar maar,
zoals jij me noemt
de adder die ik ben.
Wat moet je anders?
Je slaat in mijn gezicht
met je puur verdriet.
Ik kijk naar
hoe je borden breekt
en mijn brokkelhart tot
niets vermaakt.
Mijn hoofd klopt niet, klopt maar
boze bonzen van paniek
als ik jou gillend zie
te midden van de dag
de dag
geen dag gedacht
dat jij zo zou kunnen schreeuwen
dat ik al jouw en mijn tranen
niet eens meer zou kunnen voelen.
slechts de dag
deze dag
dat je voor het laatst een dochter had.
donderdag 10 mei 2012
Mozart
Als je slecht geslapen hebt, je goede been in je bed hebt laten liggen, het druk is op kantoor, je printer weer eens vastloopt en je stropdas in de soep. Als mensen op hun vergadering een half uur nodig hebben voor een simpele conclusie. Als je een foutje maakt waardoor het werk waar je vier uur mee bezig bent geweest niet klopt, je een telefoontje verwacht op een telefoon waarvan de batterij bijna op is en je de lader niet kan vinden. Als het regent op weg naar een sollicitatie en je panty een ladder heeft waar je bijna op kan klimmen. Als je veel geld verloren hebt op de beurs of dat je favoriete voetbalclub toch weer niet kampioen is geworden. Je onderweg naar huis op een trekhaak van je voorganger botst in de file en er thuis achterkomt dat je geen nummerbord meer hebt. Als je bij thuiskomst meer rekeningen dan deurmat ziet.
Mozart stierf straatarm, en is er op een rotdag toch nog altijd om al het leed te troosten. Alles is te relativeren.
Mozart stierf straatarm, en is er op een rotdag toch nog altijd om al het leed te troosten. Alles is te relativeren.
maandag 7 mei 2012
Boomhut
Nu laat ik al mijn zorgen los,
en bouw een boomhut in gedachten.
Met een deur gemaakt van avontuur
en 'n laddertouw van verwachten.
Ik zaag een bankje voor de rust,
boetseer een kopje bruisidee.
mijn hutje heeft het hemelbreed,
dus kom gerust eens voor de thee.
Aan 'n tak hang ik een schommelstoel
gemaakt van de allerdaagse prachten.
daarop balanseer ik doe-loos denken,
en het doen zonder gedachten.
en bouw een boomhut in gedachten.
Met een deur gemaakt van avontuur
en 'n laddertouw van verwachten.
Ik zaag een bankje voor de rust,
boetseer een kopje bruisidee.
mijn hutje heeft het hemelbreed,
dus kom gerust eens voor de thee.
Aan 'n tak hang ik een schommelstoel
gemaakt van de allerdaagse prachten.
daarop balanseer ik doe-loos denken,
en het doen zonder gedachten.
vrijdag 4 mei 2012
Herdenken en vergeten
"Opdat we nooit vergeten"
Dat is prins Valentijn's stamelende antwoord in een van de meest hilarische scene's uit Alles is Liefde, waarin Carice van Houten haar prins uitkaffert midden op de dam en daarna pas vraagt waar die prachtige bos rozen eigenlijk voor is. Dat is het eerste beeld wat in me opkomt als ik het woordje 'dodenherdenking' lees. De scene speelt zich niet eens af in mei, maar het absurde maakt het grappig.
Ik voel me een beetje dubbel bij de herdenking van de gevallenen. Vooral dit jaar, nu de vijftienjarige Auke de Leeuw toch niet zijn gedicht voor mag dragen. Het is niet een heel mooi gedicht, eigenlijk een stukje proza in de vorm van een gedicht, maar het geeft wel de gevoeligheid weer van de verkeerde keuze van een oom in de tweede wereld oorlog. Het Auschwitz comité dreigt met een boycot, want dodenherdenking mag niet gaan over de mensen die fout waren. We mogen alleen de slachtoffers en overledenen in de strijd om vrijheid herdenken. Ik heb er zo mijn twijfels over. Wat herdenken we nou precies?
Herdenken we dat de Duitsers zo slecht waren? Of misschien dat onze eigen efficientie in het verzamelen van joodse gezinnen zo groot was? Of herdenken we uberhaupt de impact van wat een oorlog met mensen doet, en dat dit de reden is om er nooit meer een te hebben?
Oorlogen zijn anders nu. We hebben ze nog steeds, want zonder oorlog geen handel. Het verschil is dat we inzien dat het onzinnig is om in ons eigen Europa te knokken, maar in andere, instabielere landen kan het nog prima. Ik zag vorige week een documentaire over een soldaat die in Afghanistan een 'medal of honour' kreeg vanwege bewezen moed. Wat hij had gedaan? Hij reduceerde met aantal welgemikte schoten met een lange afstandsgeweer een stel Afghani die een patrouille aanvielen tot zogenaamde 'pink mist'. Roze mist. Het klinkt bijna romantisch. Als je daarover een gedicht zou schrijven zou de laatste zin sowieso zijn:
Roze mist is wat er restte.
Let u ook goed op over de bizarheid van het volgende: de soldaat schoot vanaf anderhalve kilometer afstand. Laat dat eens op u inwerken. De bewezen moed is mij een compleet raadsel. Ik leef nog steeds in de waan dat moed betoond wordt als men het conflict zo direct en geweldloos mogelijk op probeert te lossen. Fantasie en kinderachtig, jammergenoeg.
Maar goed, de 'not in my backyard'-show van Afghanistan terzijde. Er vallen ook nog linkjes te maken met de binnenlandse politiek. Onze knuffel-populist met zijn blonde haar mag dan een kabinet hebben laten vallen en totaal incapabel blijken: er zijn vanavond ook mensen op de dam die op hem gestemd hebben. Zij zijn echte nederlanders en zij vinden dat de vreemde invloeden van andere geloven en de problemen die de andere culturen met zich meebrengt een smet zijn op het mooie Nederland.
Het gedicht van Auke de Leeuw probeert het leed van alle kanten te belichten, en in de hedendaagse tijd, waarin de grenzen tussen goed en fout, collaboren en boycotteren, angst en moed zo dicht bij elkaar liggen, vind ik het eigenlijk een perfecte keuze.
Ik ga dus niet herdenken vanavond. Ik ga gedenken. En een dikke borrel drinken omdat mijn goede vriendinnetje vandaag dertig is geworden, en dat word ook te vaak vergeten.
Dat is prins Valentijn's stamelende antwoord in een van de meest hilarische scene's uit Alles is Liefde, waarin Carice van Houten haar prins uitkaffert midden op de dam en daarna pas vraagt waar die prachtige bos rozen eigenlijk voor is. Dat is het eerste beeld wat in me opkomt als ik het woordje 'dodenherdenking' lees. De scene speelt zich niet eens af in mei, maar het absurde maakt het grappig.
Ik voel me een beetje dubbel bij de herdenking van de gevallenen. Vooral dit jaar, nu de vijftienjarige Auke de Leeuw toch niet zijn gedicht voor mag dragen. Het is niet een heel mooi gedicht, eigenlijk een stukje proza in de vorm van een gedicht, maar het geeft wel de gevoeligheid weer van de verkeerde keuze van een oom in de tweede wereld oorlog. Het Auschwitz comité dreigt met een boycot, want dodenherdenking mag niet gaan over de mensen die fout waren. We mogen alleen de slachtoffers en overledenen in de strijd om vrijheid herdenken. Ik heb er zo mijn twijfels over. Wat herdenken we nou precies?
Herdenken we dat de Duitsers zo slecht waren? Of misschien dat onze eigen efficientie in het verzamelen van joodse gezinnen zo groot was? Of herdenken we uberhaupt de impact van wat een oorlog met mensen doet, en dat dit de reden is om er nooit meer een te hebben?
Oorlogen zijn anders nu. We hebben ze nog steeds, want zonder oorlog geen handel. Het verschil is dat we inzien dat het onzinnig is om in ons eigen Europa te knokken, maar in andere, instabielere landen kan het nog prima. Ik zag vorige week een documentaire over een soldaat die in Afghanistan een 'medal of honour' kreeg vanwege bewezen moed. Wat hij had gedaan? Hij reduceerde met aantal welgemikte schoten met een lange afstandsgeweer een stel Afghani die een patrouille aanvielen tot zogenaamde 'pink mist'. Roze mist. Het klinkt bijna romantisch. Als je daarover een gedicht zou schrijven zou de laatste zin sowieso zijn:
Roze mist is wat er restte.
Let u ook goed op over de bizarheid van het volgende: de soldaat schoot vanaf anderhalve kilometer afstand. Laat dat eens op u inwerken. De bewezen moed is mij een compleet raadsel. Ik leef nog steeds in de waan dat moed betoond wordt als men het conflict zo direct en geweldloos mogelijk op probeert te lossen. Fantasie en kinderachtig, jammergenoeg.
Maar goed, de 'not in my backyard'-show van Afghanistan terzijde. Er vallen ook nog linkjes te maken met de binnenlandse politiek. Onze knuffel-populist met zijn blonde haar mag dan een kabinet hebben laten vallen en totaal incapabel blijken: er zijn vanavond ook mensen op de dam die op hem gestemd hebben. Zij zijn echte nederlanders en zij vinden dat de vreemde invloeden van andere geloven en de problemen die de andere culturen met zich meebrengt een smet zijn op het mooie Nederland.
Het gedicht van Auke de Leeuw probeert het leed van alle kanten te belichten, en in de hedendaagse tijd, waarin de grenzen tussen goed en fout, collaboren en boycotteren, angst en moed zo dicht bij elkaar liggen, vind ik het eigenlijk een perfecte keuze.
Ik ga dus niet herdenken vanavond. Ik ga gedenken. En een dikke borrel drinken omdat mijn goede vriendinnetje vandaag dertig is geworden, en dat word ook te vaak vergeten.
woensdag 25 april 2012
Vallen en (weder)opstaan
Misschien ben ik iets te lang in het Paasweekend blijven hangen. Vooral wat muziek betreft. Ik heb een aantal rituelen door het jaar door, en veel van deze rituelen worden omlijst door muziek. Ik heb een 'lentekriebels-lijst' op mijn Iphone, een 'Singing-in-the-rain-sing-along', vogeltjes-geluiden-muziek-voor-het-slapen en als ik aan het sporten ben en je de koptelefoon van m'n hoofd trekt, heb je een dikke kans dat je oren bederft met hele foute ik-heb-een-legging-aan-en-permanent-jaren-80-muziek. De overgang van de ene muziek periode naar de andere duurt soms even. Zo geef ik mij zelf als kerst nog een week om van Wham's Last Christmas en Rudolph the rednosed Reindeer af te kicken, en om over te gaan op meer dansbare nummers om de januarische treurnis door te komen.
Maar ik ben dus een beetje in het paasweekend blijven hangen. Waar anderen zich opmaken voor vechtdrukte in de Ikea, begint voor mij het jaarlijks terugkerend ritueel van Jesus Christ Superstar. De kern van de discussies bij de familie aan tafel gaat niet over het waar of onwaar van wat er in de bijbel staat, maar voornamelijk welke versie van het evangelie naar Andrew Loyd Webber nou eigenlijk beter was. Kies je voor een matige Jesus met een geniale zwarte Judas, vanwege de controverse, of een heel jesusige Jesus met een Gayparade-aanvoerende judas (misschien ook best controversieel)
Twee weken later was ik er nog steeds niet helemaal achter, en speelde ik beide versies maar door elkaar heen, wachtend op de tijd waarop ik überhaupt genoeg zou hebben van die musical.
Zo kwam afgelopen maandag de werkdag vol JCSS tot een eind en ik checkte nog even het nieuws op het net, toen ik het artikel las: 'Tupac herrezen?' Tot mijn grote verbazing bleken Snoop Dogg, Dr Dre en consorten een concert gegeven te hebben met hun zeer oude, en bovendien zeer dode, vriend Tupac. Met de hedendaagse technologie verscheen hij weliswaar niet vleselijk, maar toch als redelijk overtuigende hologram.
Nu ben ik niet een enorme hiphopheld. Ik ken niet meer muziek van Tupac dan de hits die hij gescoort heeft in Nederland. Zijn dood deed me niet heel veel omdat ik toen nog zo jong was, maar omdat het simpele nieuws dat hij is herrezen mij meer doet dan het nieuws dat het kabinet is gevallen (pff.. prutsers), verdient hij een plekje in de muziekbox, en dan onder de titel post-racistische-politieke-gangster-rap: dat wordt dan vanzelf een ritueel.
Maar ik ben dus een beetje in het paasweekend blijven hangen. Waar anderen zich opmaken voor vechtdrukte in de Ikea, begint voor mij het jaarlijks terugkerend ritueel van Jesus Christ Superstar. De kern van de discussies bij de familie aan tafel gaat niet over het waar of onwaar van wat er in de bijbel staat, maar voornamelijk welke versie van het evangelie naar Andrew Loyd Webber nou eigenlijk beter was. Kies je voor een matige Jesus met een geniale zwarte Judas, vanwege de controverse, of een heel jesusige Jesus met een Gayparade-aanvoerende judas (misschien ook best controversieel)
Twee weken later was ik er nog steeds niet helemaal achter, en speelde ik beide versies maar door elkaar heen, wachtend op de tijd waarop ik überhaupt genoeg zou hebben van die musical.
Zo kwam afgelopen maandag de werkdag vol JCSS tot een eind en ik checkte nog even het nieuws op het net, toen ik het artikel las: 'Tupac herrezen?' Tot mijn grote verbazing bleken Snoop Dogg, Dr Dre en consorten een concert gegeven te hebben met hun zeer oude, en bovendien zeer dode, vriend Tupac. Met de hedendaagse technologie verscheen hij weliswaar niet vleselijk, maar toch als redelijk overtuigende hologram.
Nu ben ik niet een enorme hiphopheld. Ik ken niet meer muziek van Tupac dan de hits die hij gescoort heeft in Nederland. Zijn dood deed me niet heel veel omdat ik toen nog zo jong was, maar omdat het simpele nieuws dat hij is herrezen mij meer doet dan het nieuws dat het kabinet is gevallen (pff.. prutsers), verdient hij een plekje in de muziekbox, en dan onder de titel post-racistische-politieke-gangster-rap: dat wordt dan vanzelf een ritueel.
donderdag 15 maart 2012
Pre-rokjesdag.
De winter is bijna afgelopen. Ik zit voor het raam in een café naar mensen te kijken. Omdat het een woensdag is -er is markt in de stad- is het aardig druk. Mensen zijn natuurlijk altijd leuk om naar te kijken, maar zo in het niemandsland tussen winter en lente is er helemaal veel te zien. Het valt me deze dagen op dat mensen grofweg in twee groepen ingedeeld kunnen worden. De eerste groep bestaat uit mensen die vinden dat het toch nog echt winter is, terwijl de andere groep het bodempje water in een glas als halfvol zien en zich vol overgeven aan hun overtuiging dat de lente al is begonnen. Alles in de kleding van deze twee groepen verschilt als vrieskou en narcissen.
De wintermensen, dragen overwegend donkere kleding. Het is geen regel, maar donkere spijkerbroeken, zwarte jassen doen het toch goed bij wintermensen. Ook dragen ze nog een dikke muts of een dikke sjaal, alsof het elk moment zou kunnen gaan sneeuwen. De schoenen van wintermensen zijn zwart. Of donkerblauw. Natuurlijk zijn er subcategorieen van wintermensen die alsnog heel modieus gekleed gaan, maar je ziet toch overwegend gezonde, lage schoenen, met hooguit een klein hakje voor de netheid.
Lentemensen doen het anders. Met grote snelheid lopen er een paar rasoptimisten langs. Ik zie bij hen korte, hippe jasjes, open schoenen met sleehak en lichte broeken. En een enkel rokje.
Een rokje. De vrouw in kwestie heeft een dunne panty aan, dus ze kwalificeert zich eigenlijk nog niet helemaal als voorloper op de rokjesdag, maar lef heeft ze wel met dit weer. Of ze is gewoon gek. In ieder geval doorbreekt ze het pact dat vrouwen bij hun ontstaan gesloten hebben. Rokjes dragen we allen vanaf dezelfde dag, of gewoon niet. Die regel is zo oud als het samen naar de wc gaan. Niemand weet waarom, maar het hoort nou eenmaal zo.
Ik vind mijzelf een lentemens. De kleur hangt weer vooraan in de kast, en hoewel ik wel al binnen rokjes heb aangedaan en in de winkel gepast, denk ik er niet aan om nu al halfnaakt naar buiten te rennen en uit te roepen: “Vrijheid!! Vrijheid!!”, om vervolgens door het gras te rollen en bloemen in m'n haar te steken. Zo zie ik dat vrouwtje in haar rokje namelijk een beetje.
Maar wat als ik het nu mis heb? Morgen schijnt het echt lekker weer te worden. De eerste lentedag. Zal het echt zo warm worden dat alle meiden spontaan hun melkflessen tonen? Kan ik mijzelf een lentemens noemen en zal ik morgen die gruwelijke kou aan mijn benen kunnen trotseren? We zullen het zien.
De bovenstaande rokjes zijn een aantal ontwerpen van mede-blogger en goede vriendin Manon Heine. Al haar geweldige teksten en tekeningen kun je zien op manonheine.wordpress.com
De wintermensen, dragen overwegend donkere kleding. Het is geen regel, maar donkere spijkerbroeken, zwarte jassen doen het toch goed bij wintermensen. Ook dragen ze nog een dikke muts of een dikke sjaal, alsof het elk moment zou kunnen gaan sneeuwen. De schoenen van wintermensen zijn zwart. Of donkerblauw. Natuurlijk zijn er subcategorieen van wintermensen die alsnog heel modieus gekleed gaan, maar je ziet toch overwegend gezonde, lage schoenen, met hooguit een klein hakje voor de netheid.
Lentemensen doen het anders. Met grote snelheid lopen er een paar rasoptimisten langs. Ik zie bij hen korte, hippe jasjes, open schoenen met sleehak en lichte broeken. En een enkel rokje.
Een rokje. De vrouw in kwestie heeft een dunne panty aan, dus ze kwalificeert zich eigenlijk nog niet helemaal als voorloper op de rokjesdag, maar lef heeft ze wel met dit weer. Of ze is gewoon gek. In ieder geval doorbreekt ze het pact dat vrouwen bij hun ontstaan gesloten hebben. Rokjes dragen we allen vanaf dezelfde dag, of gewoon niet. Die regel is zo oud als het samen naar de wc gaan. Niemand weet waarom, maar het hoort nou eenmaal zo.
Ik vind mijzelf een lentemens. De kleur hangt weer vooraan in de kast, en hoewel ik wel al binnen rokjes heb aangedaan en in de winkel gepast, denk ik er niet aan om nu al halfnaakt naar buiten te rennen en uit te roepen: “Vrijheid!! Vrijheid!!”, om vervolgens door het gras te rollen en bloemen in m'n haar te steken. Zo zie ik dat vrouwtje in haar rokje namelijk een beetje.
Maar wat als ik het nu mis heb? Morgen schijnt het echt lekker weer te worden. De eerste lentedag. Zal het echt zo warm worden dat alle meiden spontaan hun melkflessen tonen? Kan ik mijzelf een lentemens noemen en zal ik morgen die gruwelijke kou aan mijn benen kunnen trotseren? We zullen het zien.
De bovenstaande rokjes zijn een aantal ontwerpen van mede-blogger en goede vriendin Manon Heine. Al haar geweldige teksten en tekeningen kun je zien op manonheine.wordpress.com
vrijdag 9 maart 2012
Lente in je bol
Als je om het af te dwingen
zonder jas naar buiten gaat
daardoor verkouden bent geworden
het wijt aan de hooikoorts
je biertje per sé buiten drinkt
(koud bier is toch lekkerder)
terwijl het terras verder leeg is
naar de kinderboerderij gaat
voor pasgeboren lammetjes
die nog geboren moeten worden
de verwarming nu echt uitzet
en drie uur later toch maar aan
een bloemig jurkje aan trekt
en drie uur later toch weer uit
(je moet toch wat)
Laat die kille critici maar kletsen
uiteindelijk krijg je toch gelijk
plant die lentebollen in de aarde
en plant je lente aardig in je bol
zonder jas naar buiten gaat
daardoor verkouden bent geworden
het wijt aan de hooikoorts
je biertje per sé buiten drinkt
(koud bier is toch lekkerder)
terwijl het terras verder leeg is
naar de kinderboerderij gaat
voor pasgeboren lammetjes
die nog geboren moeten worden
de verwarming nu echt uitzet
en drie uur later toch maar aan
een bloemig jurkje aan trekt
en drie uur later toch weer uit
(je moet toch wat)
Laat die kille critici maar kletsen
uiteindelijk krijg je toch gelijk
plant die lentebollen in de aarde
en plant je lente aardig in je bol
woensdag 7 maart 2012
Verstoppen
Afgelopen week werd ik by proxy uitgenodigd voor een borrel. Een vriend van dé vriend studeerde af en ik was uiteraard ook welkom op zijn laatste feest als student. Hoewel dé vriend ervan overtuigd was dat zijn maat en ik elkaar vast wel eens gezien hadden, had ik geen idee wie het was, maar het leek me gezellig om toch mee te gaan. Meestal kom je toch wel mensen tegen die je kent of waar je in ieder geval mee kennis maakt.
Ik ben geen enorm feestbeest, maar af en toe houd ik toch echt wel van feestjes. Over het algemeen heb ik het prima naar mijn zin.
Op feestjes waar ik me goed vermaakte, en ik gek dansend en grappen makend om me heen keek, kwam het vaker dan eens voor dat er een meisje in de hoek stond, meestal vergezeld met vriend, dat ontzettend zuur uit haar ogen keek. De vriend was dan meestal geruststellend glimlachend om het meisje heen aan het dansen, waarna het meisje mij uiteindelijk de impressie gaf alsof ze ter plaatse gemarteld werd. Ik kon dan nooit begrijpen hoe iemand zo kon kijken op een feest. Waarom zou ze dan niet naar huis gaan? En waarom bleef die vriend zo aardig tegen haar doen?
Vorige week had ik mijn antwoord. Het was een goed feest, zeker. Er was drank, er was muziek die zeker de eerste paar uur niet te hard stond, er waren drie mensen van de tweehonderd die ik kende. En toch, halverwege de avond, toen ik met de twee andere bekenden was uitgepraat, en zij na een aantal bier toch meer geïnteresseerd waren in elkaar dan in mij, zag ik ineens dat chagrijnige mokkel in mijzelf. En mijn lieve vriendje probeerde mij op te beuren, door om me heen te dansen. En in zijn poging mij aan het dansen te krijgen raakte ik alleen nog meer gefrustreerd. Ik ben chagrijnig. Dit is een stom feest.
Wat doe je als je een feest niet leuk vindt?
Ik ben eens rond gaan vragen bij vrienden wat mensen eigenlijk doen als ze het niet naar hun zin hebben op een feest. Het meest gegeven antwoord: "Mezelf zo snel mogelijk bezatten."
Ik was enigszins verbaasd dat het toch logische "naar huis gaan" niet als eerste optie werd gegeven. Blijkbaar is dat niet geaccepteerd. Ik ken wel iemand die dat mors aan zijn laars lapt en gewoon toch naar huis gaat, maar zijn vriendengroep heeft de roterende beweging aan zijn naam verbonden en voor het vroegtijdig verlaten van een feest de volgende term verzonnen: een 'Camstra-draai' maken. Die draai zou je in je eentje nog wel kunnen maken, maar het overtuigen van je wederhelft om speciaal voor jou dit feest te missen is een garantie voor nog meer ontevredenheid.
Mijn oplossing voor feestjes waar ik me niet thuisvoel is daarom iets minder definitief dan naar huis gaan of mezelf bezatten. Ik verstop me.
Als kind werd ik door mijn ouders vaak meegesleept naar feestjes, en ik eindigde meestal in de garderobe, onder een hut van jassen. Andere opties waren: onder het buffet, in de auto, of als ze aanwezig waren, in de paardenstal of het hondenhok. Daar kon ik me altijd uitstekend vermaken tot ik weer een keer werd opgehaald.
Als volwassene heb ik die opties helaas niet meer. In een wc kan je maar een paar minuten zitten voordat op de deur gebonkt wordt en wc's in studentenhuizen zijn sowieso geen ruimte waar je het lang uit wil houden. Het studentenhuis was enorm en had verschillende gangen. Ik zocht mijn toevlucht bovenaan een trap in een van die gangen, waar ik rustig een boek kon lezen, de feestelijke geluiden van een afstandje kon aanhoren en mee kon zingen met André Hazes. Na een half uur werd ik bezocht door een passerende huisgenoot van het feestvarken, die op zoek was naar een nieuw fust en waarmee ik een praatje maakte. Mijn vriend kwam er ook even gezellig bijzitten, waarna we gedrieën, met nieuw fust, het feest weer aan slingerden.
Het doel van verstoppen is toch dat je uiteindelijk weer gevonden wordt
Ik ben geen enorm feestbeest, maar af en toe houd ik toch echt wel van feestjes. Over het algemeen heb ik het prima naar mijn zin.
Op feestjes waar ik me goed vermaakte, en ik gek dansend en grappen makend om me heen keek, kwam het vaker dan eens voor dat er een meisje in de hoek stond, meestal vergezeld met vriend, dat ontzettend zuur uit haar ogen keek. De vriend was dan meestal geruststellend glimlachend om het meisje heen aan het dansen, waarna het meisje mij uiteindelijk de impressie gaf alsof ze ter plaatse gemarteld werd. Ik kon dan nooit begrijpen hoe iemand zo kon kijken op een feest. Waarom zou ze dan niet naar huis gaan? En waarom bleef die vriend zo aardig tegen haar doen?
Vorige week had ik mijn antwoord. Het was een goed feest, zeker. Er was drank, er was muziek die zeker de eerste paar uur niet te hard stond, er waren drie mensen van de tweehonderd die ik kende. En toch, halverwege de avond, toen ik met de twee andere bekenden was uitgepraat, en zij na een aantal bier toch meer geïnteresseerd waren in elkaar dan in mij, zag ik ineens dat chagrijnige mokkel in mijzelf. En mijn lieve vriendje probeerde mij op te beuren, door om me heen te dansen. En in zijn poging mij aan het dansen te krijgen raakte ik alleen nog meer gefrustreerd. Ik ben chagrijnig. Dit is een stom feest.
Wat doe je als je een feest niet leuk vindt?
Ik ben eens rond gaan vragen bij vrienden wat mensen eigenlijk doen als ze het niet naar hun zin hebben op een feest. Het meest gegeven antwoord: "Mezelf zo snel mogelijk bezatten."
Ik was enigszins verbaasd dat het toch logische "naar huis gaan" niet als eerste optie werd gegeven. Blijkbaar is dat niet geaccepteerd. Ik ken wel iemand die dat mors aan zijn laars lapt en gewoon toch naar huis gaat, maar zijn vriendengroep heeft de roterende beweging aan zijn naam verbonden en voor het vroegtijdig verlaten van een feest de volgende term verzonnen: een 'Camstra-draai' maken. Die draai zou je in je eentje nog wel kunnen maken, maar het overtuigen van je wederhelft om speciaal voor jou dit feest te missen is een garantie voor nog meer ontevredenheid.
Mijn oplossing voor feestjes waar ik me niet thuisvoel is daarom iets minder definitief dan naar huis gaan of mezelf bezatten. Ik verstop me.
Als kind werd ik door mijn ouders vaak meegesleept naar feestjes, en ik eindigde meestal in de garderobe, onder een hut van jassen. Andere opties waren: onder het buffet, in de auto, of als ze aanwezig waren, in de paardenstal of het hondenhok. Daar kon ik me altijd uitstekend vermaken tot ik weer een keer werd opgehaald.
Als volwassene heb ik die opties helaas niet meer. In een wc kan je maar een paar minuten zitten voordat op de deur gebonkt wordt en wc's in studentenhuizen zijn sowieso geen ruimte waar je het lang uit wil houden. Het studentenhuis was enorm en had verschillende gangen. Ik zocht mijn toevlucht bovenaan een trap in een van die gangen, waar ik rustig een boek kon lezen, de feestelijke geluiden van een afstandje kon aanhoren en mee kon zingen met André Hazes. Na een half uur werd ik bezocht door een passerende huisgenoot van het feestvarken, die op zoek was naar een nieuw fust en waarmee ik een praatje maakte. Mijn vriend kwam er ook even gezellig bijzitten, waarna we gedrieën, met nieuw fust, het feest weer aan slingerden.
Het doel van verstoppen is toch dat je uiteindelijk weer gevonden wordt
woensdag 29 februari 2012
Verschrikkeldag
Zo bijzonder is het nou ook weer niet: schrikkeldag. De beweringen dat werknemers een dag gratis zouden werken is al in de NRC next als onwaar aangetoond, evenals dat bedrijven minstens 100 miljoen euro mis zouden lopen. Eigenlijk blijkt zo'n extra dag effectiever omdat bedrijven per maand en dus per gemiddeld 22 werkdagen uitbetalen, terwijl er in februari minder werkdagen zitten. Vroeger hadden de Romeinse keizers nog de macht om de dagen van februari weg te plukken en de zomervakantie met twee dagen te verlengen. En die zomer, daar verheug ik me eigenlijk meer op. Deze 29 februari is niet de meest zonnige ooit.
Als je vandaag jarig bent, is de bijzonderheid ook niet 125% van andere verjaardagen. Dus, gefeliciteerd, officieel ben je nog een jonkie, maar daar worden die rimpels toch echt niet minder op. Bovendien zou ik eigenlijk liever elk jaar op vrijdagavond jarig zijn dan op een extra dag. Dan valt er ten minste nog wat te vieren.
Als je vandaag jarig bent, is de bijzonderheid ook niet 125% van andere verjaardagen. Dus, gefeliciteerd, officieel ben je nog een jonkie, maar daar worden die rimpels toch echt niet minder op. Bovendien zou ik eigenlijk liever elk jaar op vrijdagavond jarig zijn dan op een extra dag. Dan valt er ten minste nog wat te vieren.
vrijdag 24 februari 2012
Oscar
Aankomende zondag worden er in Amerika weer een aantal beeldjes uitgedeeld. Hoewel ik veel van films houd gaat dit evenement meestal aan mij voorbij. Ik heb geen televisie en laat opblijven om bij te houden wie wat gewonnen heeft vind ik absoluut niet de moeite waard. Natuurlijk is het leuk voor filmmakers en acteurs om een beetje erkenning te krijgen, maar ik word altijd een beetje onpasselijk als een bloedmooie actrice staat te janken op het podium en de woorden "Dit had ik echt nooit verwacht" uitstort. Dan denk ik: Echt? Als je genomineerd wordt, dan is de kans toch aanzienlijk groot dat je zo'n ding in handen gedrukt krijgt?
Maar goed. Over het algemeen zijn films die genomineerd worden redelijk goed en de moeite waard om te zien. Zo ook het volgende filmpje.
Van een vriendinnetje kreeg ik de link naar dit filmpje toegestuurd en tot dat moment wist ik niet dat het mogenlijk was om in een kwartier zo'n mooi sprookje te vertellen. Een sprookje over de schoonheid van stomme films en de liefde voor boeken.
Stomme films doen het dit jaar trouwens sowieso erg goed. Ik heb "The Artist" nog niet gezien, maar het is in ieder geval de voorspelde winnaar van de categorie "beste film".
Hoewel ik moet zeggen dat de hoeveelheid categorieen waarbij je in de prijzen kan vallen mij ook boven mijn pet gaat, de inzending van "the Fantastic Flying Books of Mr. Morris Lessmore" mijn absolute favoriet is. In de categorie "best animated short film" kan er voor mij maar een winnaar zijn. En daar wil ik best eens een nachtje voor wakker blijven om dat te zien gebeuren.
Maar goed. Over het algemeen zijn films die genomineerd worden redelijk goed en de moeite waard om te zien. Zo ook het volgende filmpje.
Van een vriendinnetje kreeg ik de link naar dit filmpje toegestuurd en tot dat moment wist ik niet dat het mogenlijk was om in een kwartier zo'n mooi sprookje te vertellen. Een sprookje over de schoonheid van stomme films en de liefde voor boeken.
Stomme films doen het dit jaar trouwens sowieso erg goed. Ik heb "The Artist" nog niet gezien, maar het is in ieder geval de voorspelde winnaar van de categorie "beste film".
Hoewel ik moet zeggen dat de hoeveelheid categorieen waarbij je in de prijzen kan vallen mij ook boven mijn pet gaat, de inzending van "the Fantastic Flying Books of Mr. Morris Lessmore" mijn absolute favoriet is. In de categorie "best animated short film" kan er voor mij maar een winnaar zijn. En daar wil ik best eens een nachtje voor wakker blijven om dat te zien gebeuren.
dinsdag 21 februari 2012
Bedrijfspoedels en valse Yorkshires
Ik zit in een cafe'tje te wachten op mijn volgende afspraak. Ik probeer mijn krant te lezen en rustig kopje koffie te drinken, maar ik word nogal afgeleid. Ik heb soms wel bewondering voor mensen die toch nog iets gedaan krijgen, terwijl er én een tv aanstaat met nieuws, en van die de bewegende balken onderin het scherm met de laatste nonsens, én de radio met nostalgische meezingers. Als ik hier zou werken zou ik met open mond starend die balk proberen te volgen, om het af te wisselen met hysterisch meezingen met Celine Dion.
Uiteindelijk wint het beeld het van de Metro. De ooggetuigenverslagen in deze kwaliteitskrant van de reddingswerkers die de prins hebben uitgegraven, de lawinedeskundigen en de afgeluisterde artsen kunnen mij niets nieuws meer vertellen. Het televisie scherm is deels rood gekleurt en in alle stilte (of eigenlijk met Shania Twain op de achtergrond) ziet het eruit dat Job ermee stopt.
Ik ben fan van Job. Ja, hij was totaal de verkeerde persoon om de PVDA meer populariteit te geven en hij was ook niet de goede man tegenover Wilders. Job is namelijk fatsoenlijk en degelijk. En met fatsoen win je het niet van een geblondeerde schreeuwlelijk. Job wordt door Wilders uitgemaakt voor bedrijfspoedel, maar andersom is Job te fatsoenlijk om de honden vergelijking terug te maken.
Wilders lijkt namelijk het meest op een valse Yorkshire. Een die bang is voor vreemde mensen die langs het raam lopen en dan onophoudelijk blijft blaffen naar de vermeende dreiging die hij denkt te voelen.
Direct na het nieuwsbericht is een programma in de zendtijd voor politieke partijen, en mijn vermoeden dat Wilders eens met Cesar Millan moet praten, wordt hiermee versterkt.
Het beeld laat shoppende mensen zien. Waarschijnlijk een doordeweekse dag op de Albert Cuyp. Het geluid staat uit, maar aan het rood-wit-blauwe vogeltje in de bovenhoek van het scherm vermoed ik dat de muziek enkel dramatisch kan zijn. Gelukkig word ik niet afgeleid door het drama, en ik zie.. mensen. Ik zie winkelende mensen, pratende mensen, bellende mensen, overstekende mensen. Elke hond zou het zien als mensen. Sommigen met hoofddoek, sommigen met baarden, maar desalnietemin zijn het overduidelijk mensen.
Een goed opgevoede hond ziet andere honden als honden. Cesar Millan stelt dat honden anders reageren op andere honden omdat mensen bang zijn voor die andere honden.
Aan het eind van het spotje komt Wilders in beeld en ik zie een angstige Yorkshire met geblondeerd haar naar me keffen. Wilders gaat door met haten, Job gaat terug naar het normale leven.
Dan kan je toch maar beter een trouwe, fatsoenlijke poedel zijn.
Uiteindelijk wint het beeld het van de Metro. De ooggetuigenverslagen in deze kwaliteitskrant van de reddingswerkers die de prins hebben uitgegraven, de lawinedeskundigen en de afgeluisterde artsen kunnen mij niets nieuws meer vertellen. Het televisie scherm is deels rood gekleurt en in alle stilte (of eigenlijk met Shania Twain op de achtergrond) ziet het eruit dat Job ermee stopt.
Ik ben fan van Job. Ja, hij was totaal de verkeerde persoon om de PVDA meer populariteit te geven en hij was ook niet de goede man tegenover Wilders. Job is namelijk fatsoenlijk en degelijk. En met fatsoen win je het niet van een geblondeerde schreeuwlelijk. Job wordt door Wilders uitgemaakt voor bedrijfspoedel, maar andersom is Job te fatsoenlijk om de honden vergelijking terug te maken.
Wilders lijkt namelijk het meest op een valse Yorkshire. Een die bang is voor vreemde mensen die langs het raam lopen en dan onophoudelijk blijft blaffen naar de vermeende dreiging die hij denkt te voelen.
Direct na het nieuwsbericht is een programma in de zendtijd voor politieke partijen, en mijn vermoeden dat Wilders eens met Cesar Millan moet praten, wordt hiermee versterkt.
Het beeld laat shoppende mensen zien. Waarschijnlijk een doordeweekse dag op de Albert Cuyp. Het geluid staat uit, maar aan het rood-wit-blauwe vogeltje in de bovenhoek van het scherm vermoed ik dat de muziek enkel dramatisch kan zijn. Gelukkig word ik niet afgeleid door het drama, en ik zie.. mensen. Ik zie winkelende mensen, pratende mensen, bellende mensen, overstekende mensen. Elke hond zou het zien als mensen. Sommigen met hoofddoek, sommigen met baarden, maar desalnietemin zijn het overduidelijk mensen.
Een goed opgevoede hond ziet andere honden als honden. Cesar Millan stelt dat honden anders reageren op andere honden omdat mensen bang zijn voor die andere honden.
Aan het eind van het spotje komt Wilders in beeld en ik zie een angstige Yorkshire met geblondeerd haar naar me keffen. Wilders gaat door met haten, Job gaat terug naar het normale leven.
Dan kan je toch maar beter een trouwe, fatsoenlijke poedel zijn.
maandag 13 februari 2012
Schuifelen
Whitney Houston is dood.
Ik beschouw mezelf absoluut niet als fan van haar, maar zij is toch onuitwisbaar verbonden met mijn jeugd. Ik associeer haar altijd met Vlieland. De oudste groepen van mijn lagere school gingen daar altijd naar toe op schoolreisje. In de Vliehorst, een langwerpig gebouw van één verdieping, waarin de jongenskamer en de meisjeskamer in de beide uitersten van het gebouw lagen en de middelste ruimte dienst deed als eetzaal en activiteitenruimte. Op de eerste dag schreven we daar standaard een kaart aan onze ouders, waarna we vrij hadden en buiten exact het zelfde deden als op het schoolplein: voetbal, tikkertje en schommelen. We maakten in dat lange weekend excursies over het eiland, we gingen wadlopen, we speelden levend stratego en ik vond het allemaal geweldig interessant.
Tot die gevreesde laatste avond; Bonte avond én Disco.
Door bonte avond kon ik me nog wel heen worstelen. Ik vond acteren leuk, en toen hoorde ik nog niet bij mezelf dat ik heel erg vals zong. Bovendien werd van iedereen verwacht dat er wel netjes voor elkaar geklapt werd.
De disco daarna vond ik echter verschrikkelijk. De veiligheid van een publiek dat beschaafd klapte viel weg, en lekker gek doen en dansen werd op eens vreemd. Alle jongens stoven naar de limonade en de meisjes naar de badkamers om de van moeder geleende make-up bij te werken. En ik wilde wel dansen, maar het liefst zonder aangestaard te worden, dus in mijn eentje op de dansvloer durfde ik niet. Heel langzaam kwam de sfeer een beetje los. En toen het net leuk en gezellig werd, kwam Whitney Houston's grootste hit: 'I will always love you'.
Mierzoet.
Schuifelen.
Met je vingers nog net de schouders van de jongen voor je aanraken en van links naar rechts waggelen. Uit de maat. Elkaar zo min mogelijk aankijken om te voorkomen dat een van de twee zou gaan blozen. Niet schuifelen en gewoon aan de kant staan was geen optie, want dat was niet cool. Het was vier en een halve minuut lang lijden of geleid worden.
En nu, negentien jaar later, is Whitney dood. Ik luister nog maar eens naar die hit waarop ik voor het eerst in mijn leven met een jongen danste.
Mierzoet en verschrikkelijk, maar ook... onvergetelijk.
Ik beschouw mezelf absoluut niet als fan van haar, maar zij is toch onuitwisbaar verbonden met mijn jeugd. Ik associeer haar altijd met Vlieland. De oudste groepen van mijn lagere school gingen daar altijd naar toe op schoolreisje. In de Vliehorst, een langwerpig gebouw van één verdieping, waarin de jongenskamer en de meisjeskamer in de beide uitersten van het gebouw lagen en de middelste ruimte dienst deed als eetzaal en activiteitenruimte. Op de eerste dag schreven we daar standaard een kaart aan onze ouders, waarna we vrij hadden en buiten exact het zelfde deden als op het schoolplein: voetbal, tikkertje en schommelen. We maakten in dat lange weekend excursies over het eiland, we gingen wadlopen, we speelden levend stratego en ik vond het allemaal geweldig interessant.
Tot die gevreesde laatste avond; Bonte avond én Disco.
Door bonte avond kon ik me nog wel heen worstelen. Ik vond acteren leuk, en toen hoorde ik nog niet bij mezelf dat ik heel erg vals zong. Bovendien werd van iedereen verwacht dat er wel netjes voor elkaar geklapt werd.
De disco daarna vond ik echter verschrikkelijk. De veiligheid van een publiek dat beschaafd klapte viel weg, en lekker gek doen en dansen werd op eens vreemd. Alle jongens stoven naar de limonade en de meisjes naar de badkamers om de van moeder geleende make-up bij te werken. En ik wilde wel dansen, maar het liefst zonder aangestaard te worden, dus in mijn eentje op de dansvloer durfde ik niet. Heel langzaam kwam de sfeer een beetje los. En toen het net leuk en gezellig werd, kwam Whitney Houston's grootste hit: 'I will always love you'.
Mierzoet.
Schuifelen.
Met je vingers nog net de schouders van de jongen voor je aanraken en van links naar rechts waggelen. Uit de maat. Elkaar zo min mogelijk aankijken om te voorkomen dat een van de twee zou gaan blozen. Niet schuifelen en gewoon aan de kant staan was geen optie, want dat was niet cool. Het was vier en een halve minuut lang lijden of geleid worden.
En nu, negentien jaar later, is Whitney dood. Ik luister nog maar eens naar die hit waarop ik voor het eerst in mijn leven met een jongen danste.
Mierzoet en verschrikkelijk, maar ook... onvergetelijk.
woensdag 8 februari 2012
It giet net oân
Ik hou niet van schaatsen.
Dat zeg ik nu. Om de zelfde reden dat ik niet van valentijnsdag houd als ik geen kaartje krijg, ik niet van het Nederlands elftal houd als we tegen Spanje in de finale staan.
Van het woord 'elfstedentocht' kan gezegd worden dat het een van de meest uitgesproken, en opgeschreven woorden van deze week. En herhaling werkt. Vorige week was mijn enthousiasme over de tocht der tochten nog afwezig. Sterker nog, ik was eigenlijk blijer met de sneeuw, omdat sleeën en sneeuwballen gooien mij plezieriger voorkwam dan wankelend en stuntelend over die ijsvloer voortbewegen. Daarnaast heb ik een angst voor wakken die tegen het paranoide aanzit.
Toch, toen mijn buurman het speelplein naast ons huis besproeide, afgelopen woensdagavond, begon er iets te kriebelen.
Instant zwart ijs, met de veiligheid van asfalt en de vage belijning van wat voorheen een basketbalveld was. En donderdagmiddag stonden er ongeveer tien kinderen op. En zondagmiddag waagde ik het er ook maar op. Maandag was mijn angst zo geslonken dat ik op de Rijn en Schiekade heen en weer heb gerend, en zelfs heel even op de Witte Singel heb gestaan. Vandaag was ik er inmiddels van overtuigd. Ik ben geboren om te schaatsen. De schaatsen van mijn moeder, die gebruikt ze hoogst waarschijnlijk toch niet meer, worden uit het vet gehaald. Ze zitten als gegoten, niets afdoend aan het feit dat ze al vijftig jaar oud zijn.
Ik ben er klaar voor. Komend weekend ga ik naar Friesland. Om te kijken, van af het ijs.
Dan het nieuws. De elfstedentocht gaat niet door. Ik ben teleurgesteld. Een teleurstelling waar ik overmorgen wel weer overheen ben, maar het was toch mooi geweest. Het zou geweldig geweest zijn, net als ik dit jaar wel een valentijnskaart zou krijgen en het Nederlands elftal de EK-beker dit jaar mee naar huis zou nemen.
Dat zeg ik nu. Om de zelfde reden dat ik niet van valentijnsdag houd als ik geen kaartje krijg, ik niet van het Nederlands elftal houd als we tegen Spanje in de finale staan.
Van het woord 'elfstedentocht' kan gezegd worden dat het een van de meest uitgesproken, en opgeschreven woorden van deze week. En herhaling werkt. Vorige week was mijn enthousiasme over de tocht der tochten nog afwezig. Sterker nog, ik was eigenlijk blijer met de sneeuw, omdat sleeën en sneeuwballen gooien mij plezieriger voorkwam dan wankelend en stuntelend over die ijsvloer voortbewegen. Daarnaast heb ik een angst voor wakken die tegen het paranoide aanzit.
Toch, toen mijn buurman het speelplein naast ons huis besproeide, afgelopen woensdagavond, begon er iets te kriebelen.
Instant zwart ijs, met de veiligheid van asfalt en de vage belijning van wat voorheen een basketbalveld was. En donderdagmiddag stonden er ongeveer tien kinderen op. En zondagmiddag waagde ik het er ook maar op. Maandag was mijn angst zo geslonken dat ik op de Rijn en Schiekade heen en weer heb gerend, en zelfs heel even op de Witte Singel heb gestaan. Vandaag was ik er inmiddels van overtuigd. Ik ben geboren om te schaatsen. De schaatsen van mijn moeder, die gebruikt ze hoogst waarschijnlijk toch niet meer, worden uit het vet gehaald. Ze zitten als gegoten, niets afdoend aan het feit dat ze al vijftig jaar oud zijn.
Ik ben er klaar voor. Komend weekend ga ik naar Friesland. Om te kijken, van af het ijs.
Dan het nieuws. De elfstedentocht gaat niet door. Ik ben teleurgesteld. Een teleurstelling waar ik overmorgen wel weer overheen ben, maar het was toch mooi geweest. Het zou geweldig geweest zijn, net als ik dit jaar wel een valentijnskaart zou krijgen en het Nederlands elftal de EK-beker dit jaar mee naar huis zou nemen.
dinsdag 10 januari 2012
Dicht
Liever zeg ik opener.
Laat ik de sleutel buiten hangen
en zie met armen uitgespreid
hoe jij mijn luchtkasteel naar binnen klimt
en je van regel en dicht bevrijd.
Liever laat ik woorden
het licht naar binnen schijnen,
en toon je hoe je zinnen kneed.
Om ze dan op dromen te laten drijven
of te laten plonzen op het tafelkleed.
Liever zie ik ideeen
dansen met de onwaarschijnlijkheid
jou horen zingen met een pennenstreek
een lijn die plots een landschap leek
het papierwit als een zonnige weide
Ja opener vind ik toch iets lichter.
Dan het dicht van het zware dichter
Laat ik de sleutel buiten hangen
en zie met armen uitgespreid
hoe jij mijn luchtkasteel naar binnen klimt
en je van regel en dicht bevrijd.
Liever laat ik woorden
het licht naar binnen schijnen,
en toon je hoe je zinnen kneed.
Om ze dan op dromen te laten drijven
of te laten plonzen op het tafelkleed.
Liever zie ik ideeen
dansen met de onwaarschijnlijkheid
jou horen zingen met een pennenstreek
een lijn die plots een landschap leek
het papierwit als een zonnige weide
Ja opener vind ik toch iets lichter.
Dan het dicht van het zware dichter
donderdag 5 januari 2012
Compliment
Het is niet niks. Als iemand je verteld dat naast de grappen die je maakt, de knuffels die je geeft en het luisterend oor dat je biedt, je onmisbaar bent om het volgende:
"Marie, jij maakt echt de allerlekkerste chocolademelk".
En dat is nou net het makkelijkste van alles, en tegelijkertijd niet geheel onbelangrijk.
Misschien heb je zelf een knuffel nodig. Omdat het regent, en je een uur tegen de wind hebt ingefietst. Omdat je baas jouw inbreng niet geniaal vond. Omdat je liefste grootmoeder er niet meer is. Of omdat je nog steeds niet bent teruggebeld.
Maar misschien lig je juist lekker op de bank met een goed boek, of geniet je van je favoriete serie. Dan is het ook wel een goed excuus. Wil je echt het goede van de winter voelen?
Pak dan:
1 kopje koude melk (halfvol of vol. Magere melk is zonde)
1 thee-ei (of leeg theezakje) met lavendel
Gooi de lavendel in een pannetje, giet de melk eroverheen en laat langzaam warm worden.
In je nu lege maar vochtige kopje gooi je:
2 theelepels cacao.
2 theelepels honing.
3 theelepels bruine rum
en roer met een lepel tot dit een papje is.
Als de melk warm is (niet laten koken) vuur uitzetten, lavendel eruit halen en in je kopje gooien.
En dan moet je eerst gaan zitten. Bij voorkeur in je meest relaxte stoel, en dan een slok nemen...
En geef voor de verandering dan ook maar eens een complimentje aan je zelf.
"Marie, jij maakt echt de allerlekkerste chocolademelk".
En dat is nou net het makkelijkste van alles, en tegelijkertijd niet geheel onbelangrijk.
Misschien heb je zelf een knuffel nodig. Omdat het regent, en je een uur tegen de wind hebt ingefietst. Omdat je baas jouw inbreng niet geniaal vond. Omdat je liefste grootmoeder er niet meer is. Of omdat je nog steeds niet bent teruggebeld.
Maar misschien lig je juist lekker op de bank met een goed boek, of geniet je van je favoriete serie. Dan is het ook wel een goed excuus. Wil je echt het goede van de winter voelen?
Pak dan:
1 kopje koude melk (halfvol of vol. Magere melk is zonde)
1 thee-ei (of leeg theezakje) met lavendel
Gooi de lavendel in een pannetje, giet de melk eroverheen en laat langzaam warm worden.
In je nu lege maar vochtige kopje gooi je:
2 theelepels cacao.
2 theelepels honing.
3 theelepels bruine rum
en roer met een lepel tot dit een papje is.
Als de melk warm is (niet laten koken) vuur uitzetten, lavendel eruit halen en in je kopje gooien.
En dan moet je eerst gaan zitten. Bij voorkeur in je meest relaxte stoel, en dan een slok nemen...
En geef voor de verandering dan ook maar eens een complimentje aan je zelf.
dinsdag 3 januari 2012
Supermarkt
Dan sta je in de supermarkt, op de eerste maandag-eind-van-de-middag van het jaar. Hoewel de supermarkt maar een dag dicht is geweest dit weekend, lijkt het alsof iedereen zijn voorraadkast heeft leeggegeten en per direct zo veel mogelijk moet kopen om toch nog wat binnen te krijgen deze week. Ik heb niet zoveel nodig. Althans, ik weet dat er op het whiteboard in mijn keuken minstens acht items staan die op zijn en ik eigenlijk dringend moet kopen, maar van die acht heb ik alleen 'afwasmiddel' en 'vuilniszakken' onthouden.
Die hebben namelijk direct te maken met mijn goede voornemens: vaker afwassen en meer opruimen. Achteraf had het voornemen -vaker naar mijn whiteboard kijken- ervoor kunnen zorgen dat ik straks niet mijn tube tandpasta had hoeven open te knippen om het laatste restje eruit te wringen.
Tandpasta zit helaas niet in mijn gedachten. Wel het vinden van het begin van de rij van de kassa. Of zal ik toch even wachten tot de grootste drukte voorbij is?
Zo loop ik een beetje besluiteloos rond langs de huishoudelijke producten, de chips, de drank en land bij de tijdschriften. Net als ik een tijdschrift wil pakken word mijn aandacht getrokken door iets moois. Door iemand. Een meisje. Ik denk dat ze een jaar of vijf is en ze staat alleen, op twee meter van mij vandaan. De drukte aan mensen verstild als ik naar haar kijk, en naar hoe zij, heel langzaam een stuiterbal, die ze uit het schap gepakt heeft, heen en weer rolt over de vloer. Om vervolgens achter de bal aan te lopen en te kijken naar de glitters die er inzitten en door de lichtinval telkens anders kleuren. Het meisje volgt de bal, en mijn ogen het meisje. De stilheid die het gebeuren met zich meebrengt is enorm, enkel benadrukt door de snelle en ruwe afkapping van haar spel door een overhaaste moeder.
Het meisje wordt meegetrokken naar een nieuw geopende kassa, en de bal ligt in het gangpad van een overvolle supermarkt.
Die hebben namelijk direct te maken met mijn goede voornemens: vaker afwassen en meer opruimen. Achteraf had het voornemen -vaker naar mijn whiteboard kijken- ervoor kunnen zorgen dat ik straks niet mijn tube tandpasta had hoeven open te knippen om het laatste restje eruit te wringen.
Tandpasta zit helaas niet in mijn gedachten. Wel het vinden van het begin van de rij van de kassa. Of zal ik toch even wachten tot de grootste drukte voorbij is?
Zo loop ik een beetje besluiteloos rond langs de huishoudelijke producten, de chips, de drank en land bij de tijdschriften. Net als ik een tijdschrift wil pakken word mijn aandacht getrokken door iets moois. Door iemand. Een meisje. Ik denk dat ze een jaar of vijf is en ze staat alleen, op twee meter van mij vandaan. De drukte aan mensen verstild als ik naar haar kijk, en naar hoe zij, heel langzaam een stuiterbal, die ze uit het schap gepakt heeft, heen en weer rolt over de vloer. Om vervolgens achter de bal aan te lopen en te kijken naar de glitters die er inzitten en door de lichtinval telkens anders kleuren. Het meisje volgt de bal, en mijn ogen het meisje. De stilheid die het gebeuren met zich meebrengt is enorm, enkel benadrukt door de snelle en ruwe afkapping van haar spel door een overhaaste moeder.
Het meisje wordt meegetrokken naar een nieuw geopende kassa, en de bal ligt in het gangpad van een overvolle supermarkt.
Abonneren op:
Posts (Atom)